Tagarchief: Stedelijk Museum Amsterdam

Over de lichaamskunst van Ulay en Abramovic

Bij de naam Ulay denk ik meteen aan die van zijn voormalige partner, Marina Abramovic. Samen waren ze een legende, een liefdeskoppel dat alles van elkaar vergde, tot het uiterste ging, totdat het op was. Hun performances in de jaren zeventig en tachtig behoren tot de meest gewaagde ooit. Ulay (Frank Uwe Laysiepen (1943-2020) had vast en zeker gewild dat ik ook aan zijn overige werk dacht, zoals de grote polaroids met de afdrukken van zijn lichaam als een gefixeerde schim, of zijn zelfportretten als half man, half vrouw. Wat ik van zijn werk zag op de tentoonstelling Ulay was here vond ik interessant, maar toch woog het niet op tegen de beelden van zijn performances met Abramovic.

Bijvoorbeeld de video waarop museumbezoekers zich in een doorgang langs de naakte lichamen van Ulay en Abramovicz moeten persen. Het is alsnog plaatsvervangend gênant om te zien hoe mensen met naar beneden gerichte blik zich zo snel mogelijk een weg banen tussen de twee roerloze lichamen. Of de video’s waarop de twee partners elkaar onophoudelijk in het gezicht slaan, steeds weer tegen elkaar opbotsen, en die waar Ulay een gespannen boog vasthoudt met de pijl gericht op het hart van Abramovic. Ik stelde me voor hoe het publiek indertijd met bonzend hart stond toe te kijken, en dat er ongetwijfeld mensen wegliepen die niet meer tegen de spanning konden. Van de beelden waarop Ulay en Abramovic stil voor zich uit zitten te kijken gaat een grote rust uit, een verstilling, die je in deze periode waarin de dagen zich eenvormig aaneen lijken te rijgen, niet vreemd voorkomt. De meeste indruk maakte het videoverslag van de tocht van Ulay en Abramovicz over de Chinese Muur, die ze na negentig dagen ieder vanuit een andere richting volbrachten. Ze ontmoetten elkaar weer aan het einde van de tocht. Het betekende tegelijkertijd hun afscheid. Ulay glimlacht weemoedig naar Abramovic, die haar hoofd afwendt.

Was het uitzonderlijk wat Ulay en Abramovic toen deden? Jazeker, wat betreft uithoudingsvermogen en gewelddadigheid waren hun performances behoorlijk extreem. Maar als kunstuiting was het fenomeen performance in die tijd, de jaren zeventig en tachtig, niet exceptioneel. Al vanaf de jaren zestig, toen in de woorden van de Amerikaanse schrijfster Susan Sontag “de schilderijen van de muur kwamen”, hielden veel kunstenaars zich bezig met andere vormen van kunst, ‘happenings’, of ‘events’, eenmalige voorstellingen met publiek, waarbij ze gebruik maakten van materiaal dat toevallig voorhanden was, hun eigen lichaam incluis. Performances waren meer uitgewerkte vormen van improvisaties en werden vaker dan één keer uitgevoerd. Van grote invloed op dergelijke kunstuitingen waren de ideeën en acties van de charismatische Duitse kunstenaar Joseph Beuys (1921-1986). Volgens hem bezat ieder mens creatieve gaven, die hij ook diende te gebruiken. Beuys beschouwde kunst als helend ritueel, als bijdrage aan een betere wereld. In een van zijn bekendste performances legt hij urenlang schilderijen uit aan de dode haas in zijn armen. Een andere inspiratiebron was de door psychiater Fritz Perls (1893-1970) ontwikkelde ‘Gestalt-therapie’, waarin gevoelens voortkomend uit frustraties en trauma’s fysiek werden uitgebeeld en ondergaan. Het was een populaire therapie in kunstenaars- en acteurskringen. De performances van Ulay en Abramovic doen inderdaad denken aan rituelen, door de monotonie van de herhalingen en de tijdsduur, maar soms heb je ook het idee dat je meekijkt bij een therapeutische sessie.

Ulay en Abramovic ontmoetten elkaar bij het centrum voor performance De Appel in Amsterdam. Daar begon hun grote liefde die twaalf jaar zou duren. Al die jaren voerden ze samen performances uit die een bijna onmenselijk uithoudingsvermogen vereisten, die getuigden van een totale overgave en groot vertrouwen in elkaar. Na de grote tocht over de Chinese muur die de bezegeling van hun liefde had moeten zijn, gingen ze uit elkaar. Misschien kon het het niet anders, na al die jaren waarin ze tot het uiterste waren gegaan. Het ontroerende weerzien zoveel jaar later, aan een tafel in in het Guggenheimmuseum, is niet te zien in het Stedelijk, maar wel op YouTube (Abramovic meets Ulay).

Ulay was here, Stedelijk Museum Amsterdam, tot 18-4

1 reactie

Opgeslagen onder Geen categorie

Explosies van kleur

Van sommige kunstwerken word je heel erg hebberig. In gedachten zie je het al bij jou thuis, aan de lichte muur boven de bank, zo’n uitbundig bloemstilleven van Leo van Gestel, in honderden kleurfragmenten uiteenspattend, of een van zijn zuidelijke landschappen, de hoekige huisjes, de ronde vormen van de olijfbomen. Een brutaal lila naakt tegen een blauwgroene achtergrond, de kleuren subtiel laag over laag met pastelkrijt en waterverf, die mag in de slaapkamer. Het is kunst waarvan je iedere dag weer blij kan worden. Kunst voor in huis, alleen wel voor wie het kan betalen. Want krijgt een kunstenaar eenmaal een museumtentoonstelling, dan schieten de prijzen omhoog.

Stilleven met goudsbloemen, klaprozen, bottelrozen, 1913

Stilleven met goudsbloemen, klaprozen, bottelrozen, 1913

Leo Gestel, Mallorca,Terreno

Leo Gestel, Mallorca,Terreno, 1914

Het Singermuseum in Laren heeft een grote overzichtstentoonstelling van de schilder Leo van Gestel (1881-1941). Hij was een gretige volger van de nieuwste stromingen in de schilderkunst in zijn tijd, die hij allemaal in zijn werk toepaste. Zo volg je van zaal tot zaal hoe zijn stijl telkens mee veranderde met alle belangrijke ontwikkelingen in de schilderkunst van toen. Eerst schilderde Van Gestel landschappen in pointilistische en luministische stijl in navolging van Signac en Seurat, toen volgde een ‘fauvistische’ periode, met dik aangezette contouren, onvermengde kleuren en subjectief kleurgebruik, in de stijl van Matisse en Van Dongen. Na een verblijf in Parijs, waar hij kennis maakte met het werk van Picasso en Braque, schilderde hij een tijdlang kubistische landschappen en bloemstillevens. Ook experimenteerde hij met de principes van beweging en snelheid uit de futuristische beweging van Marinetti en Severini. Tenslotte bleef hij tot zijn dood in 1941 min of meer expressionistisch schilderen, veel donkere winterse landschappen en sombere houtskooltekeningen, die doen denken aan het werk van Käthe Kollwitz. Alles bij elkaar een veelzijdig en knap kunstenaar, maar misschien wel zo veelzijdig, van het ene genre naar het andere, dat hij nooit heel duidelijk tot een eigen stijl kwam.

Eigenlijk is dat alleen hele grote kunstenaars gegeven. Degenen die consequent doorgaan, hun stijl steeds verder ontwikkelen, zijpaden inslaan, terugkeren, weer verder gaan en uiteindelijk een uniek en ongeëvenaard oeuvre nalaten. Zoals Matisse, de grote Matisse. Hij was groots, maar zijn werk paste ook heel goed in de huiskamer. Ooit verklaarde hij “een kunst te willen scheppen van evenwicht, zuiverheid en sereniteit, een kunst die rustgevend moest zijn voor mensen die met hun hoofd werkten…kunst als een prettige luie stoel, om uit te rusten van gedane arbeid”.

In 1905 kochten Gertrude en Leo Stein in Parijs Vrouw met hoed van Matisse voor 40 dollar. Die hing in hun huiskamer, tussen de Cézannes, Renoirs, Gauguins en Picasso’s. Kunstenaars die toen nog niet algemeen werden gewaardeerd. Ja, dat was toen…

interieur Gertrude en Leo Stein, 1905, 27 Rue de Fleuris, Paris

interieur Gertrude en Leo Stein, 1905, 27 Rue de Fleuris, Paris

Voor ons geen originele Matisse in de huiskamer, dat zit er zeker niet in. Daarvoor gaan we nu naar het Stedelijk. Ook al zijn daar geen fauteuils.

De Oase van Matisse in het Stedelijk is werkelijk schitterend! Met als hoogtepunt de zaal met knipsels.

Vrouw met hoed, 1905, Henri Matisse (Museum of Modern Art, San Francisco)

Vrouw met hoed, 1905, Henri Matisse (Museum of Modern Art, San Francisco)

Gestel in Singer Laren, tot 7 juni 2015

De Oase van Matisse, Stedelijk Museum Amsterdam, tot 16 augustus 2015

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

Slechte gedachten in het Stedelijk

In de loop van de tijd verzamelde het echtpaar Martijn en Jeannette Sanders vele honderden kunstwerken. In het Stedelijk Museum in Amsterdam is nu een deel van hun verzameling te zien. Die beslaat de hele benedenverdieping. Als dit nog maar een deel is, hoe groot is hun hele verzameling dan wel niet? En wat heb je eraan als het meeste werk ergens staat opgeslagen en je het zelden of nooit ziet? Behalve dan dat het heel veel geld waard is, want tegenwoordig schijn je beter in kunst te kunnen beleggen dan in aandelen. En zo’n groot duister doek van Anselm Kiefer past toch ook niet echt in een zonnige huiskamer met strak design meubilair…maar dat zijn mijn eigen kleine afgunstige gedachten.

Anselm Kiefer, Wege der Weltweisheit: die Hermannsschlacht, 1977, collectie Sanders
Anselm Kiefer, Wege der Weltweisheit: die Hermannsschlacht, 1977, collectie Sanders

Alles bij elkaar is het een bijzondere tentoonstelling met heel divers werk van inmiddels nogal wat bekende en beroemde kunstenaars. Het is typisch een particuliere collectie, waarin de verzamelaars hun eigen smaak volgen, onafhankelijk van museale criteria als ‘past het in de collectie’ of ‘bij welke stroming kunnen we het onderbrengen?’, en dat maakt het zo prettig onverwacht. Ik ben blij met wat er zoal te zien is. Mijn grote favoriet is Anselm Kiefer, vooral vanwege zijn tekening van gele korenaren en het schilderij met een bundel stro Dein Goldenes Haar, Margarethe, gebaseerd op het aangrijpende Todesfuge uit 1945 van de Joods Roemeense dichter Paul Celan.

Dein Goldenes Haar, Margarethe, Anselm Kiefer,1981, olie en stro op doek, collectie Sanders

Dein Goldenes Haar, Margarethe, Anselm Kiefer,1981, olie en stro op doek, collectie Sanders

Schwarze Milch der Frühe wir trinken dich nachts
wir trinken dich mittags de Tod is ein Meister aus Deutschland
wir trinken dich abends und morgens wir trinken und trinken
der Tod is ein Meister aus Deutschland sein Auge is blau
er trifft dich mit bleierner Kugel er trifft dich genau
ein Mann wohnt im Haus dein goldenes Haar Margarethe
er hetzt sein Rüden auf uns er schenkt uns ein Grab in der Luft
er spielt mit den Schlangen und träumet der Tod is ein Meister aus Deutschland
dein goldenes Haar Margarethe
dein aschenes Haar Sulamith

Ook Armando verwijst naar de oorlog, met zijn telkens terugkerend thema van ‘het schuldige landschap’: een foto, daarover heen een dunne kronkelige rode lijn, zo eenvoudig maar zo effectief.

 Schuldig landschap, Armando, collectie Sanders

Schuldig landschap, Armando, collectie Sanders

“Nou weet ik wel, er zijn bomen die scherven in hun buik hebben, dat weet ik wel, die zijn ook niet ongeschonden gebleven, maar ze zeggen niks, dat is het, ze zeggen niks. Dat is toch geen manier.” (uit Armando, De straat en het struikgewas, Amsterdam, 1988)

De titel van de tentoonstelling, Bad Thoughts, is afkomstig van een werk van Gilbert & George. Het zijn beroemde kunstenaars, maar wat ze maken zegt mij niet veel, daarvoor moet je misschien homo zijn of de helft van een tweeling. Ik vraag me altijd af waarom hun werk uit tegelplateau’s bestaat.

Rose Hole, 1980, Gilbert & George, collectie Sanders

Rose Hole, 1980, Gilbert & George, collectie Sanders

Een kleine zaal is speciaal gewijd aan Ger van Elk, die onlangs is overleden. Wat hij maakte is vooral speels, met veel grapjes, zó jaren zeventig. Die tijd is definitief voorbij, de ernst regeert. Wanneer je de treden oploopt bij de hoofdingang van het Stedelijk zie je op de ‘eremuur’ ook zijn schilderij C’est moi qui fait la musique uit 1973.

C'est moi qui fait la musique, 1973, Ger van Elk, geretoucheerde kleurenfoto, 60 x 120 cm, Stedelijk Museum, Amsterdam

C’est moi qui fait la musique, 1973, Ger van Elk, geretoucheerde kleurenfoto, 60 x 120 cm, Stedelijk Museum, Amsterdam

Als je de tentoonstelling gaat bezoeken – wat je zeker moet doen – vergeet niet nog voor de ingang stil te staan bij de video Homeless Cat van David Claerbout. Daar is iets vreemds mee aan aan de hand…

Waarom eigenlijk geen eigen permanente zaal in het Stedelijk voor de collectie Sanders? Met steeds wisselend werk, dat lijkt me wel wat. Op die manier heeft iedereen er wat aan.

Bad Thoughts, collectie Martijn en Jeannette Sanders, Stedelijk Museum Amsterdam, tot 9 november 2014.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie