Tagarchief: Jean Tinguely

Anarchistische kunst in het bos

Het is de omweg waard. Langs de A6 ten zuiden van Parijs wordt het al aangekondigd: Le Cyclop, bij het plaatsje Milly-la-Forêt , niet ver van Fontainebleau. Daar staat in het bos een gigantisch hoofd van ijzer en beton met één gouden reuzenoog. Duizenden stukjes spiegelglas op de mond en de tong van het hoofd weerkaatsen het groen van de bomen. Wanneer een enorme machinerie van ijzeren tandwielen en kettingen vanuit het hoofd van tijd tot tijd met oorverdovend geknars en gepiep begint te draaien, beweegt het reuzenoor aan de zijkant mee. Grote ijzeren ballen rollen met veel geraas door een gangenstelsel van ijzergaas naar beneden. Uit het hoofd steekt een stuk rails met een oude houten treinwagon, als herinnering aan de gedeporteerden in de oorlog.

Le Cyclop, Jean Tinguely (1925-1991) en Niki de Saint Phalle (1930-2002)

De Cycloop, oftewel het Monster, of Het Hoofd, was het idee van Jean Tinguely, bedenker en maker van vele ‘nutteloze’ machines. Hij begon aan dit project samen met zijn vrouw Niki de Saint Phalle, bekend van haar volumineuze, kleurrijke vrouwenbeelden, de ‘nana’s’. Gaandeweg de bouw sloten zich steeds meer kunstenaarvrienden aan.

De bouw van de Cycloop van meer dan twintig meter hoog gebeurde illegaal, met grote tussenpozen, en duurde van 1969 tot 1987. Toen het werk volgens de kunstenaars af was, schonken ze het aan de Franse staat. Heel wat kunstenaars hebben eraan meegewerkt, onder wie Daniel Spoerri, César, Soto, Arman, Jean-Pierre Raynaud, Larry Rivers. Het hoofd van de Cycloop bevat een schat aan kunstwerken, zoals een compleet ingerichte gekantelde kamer van Spoerri, een klankkast van ijzeren strips van Soto die klinken als een xylofoon als je er doorheen loopt, een sculptuur van overtollig bouwmateriaal van César, een doorlopende theatervoorstelling van een hamer en een fles, en nog veel meer. Het water op het dak als ‘spiegel van de blauwe lucht’ is een hommage aan Yves Klein. Alles bij elkaar biedt het ook een mooi overzicht van de inventieve en vrolijke kunst uit de jaren zeventig – oneindig veel leuker dan in een museum. Je kan je goed voorstellen met hoeveel plezier iedereen aan het geheel heeft bijgedragen. Het was vast ook heel spannend, want vanwege het illegale karakter werd er vaak ’s nachts gewerkt. De bomen die er al stonden werden in de bouw opgenomen en zijn in de loop der jaren meegegroeid. Het is met recht een organisch gegroeid hoofd.

Tinguely en zijn collegakunstenaars maakten kunst van alles wat ze tegenkwamen op de schroothoop en op straat, afgescheurde affiches, sigarettenpeuken, oud ijzer, vodden, platgetrapte schoenen. Die speelse kunstobjecten van toen bevinden zich nu in musea, gecatalogiseerd en in stromingen ondergebracht, of worden voor heel veel geld op veilingen verhandeld. Toen, daar in het bos, werkten kunstenaars voor hun eigen lol, zomaar, belangeloos, aan een project waarvan ze niet wisten hoe het zou uitpakken, waar niemand om had gevraagd.

In juli en augustus is de Cycloop te bezoeken van woensdag tot en met zondag van 14 – 18.30 u. Van april tot oktober is het op zaterdag en zondag open voor publiek. Tel. 0033 (0)1 64 98 95 18, association@lecyclop.com

P.S. De Stravinski-fontein van Tinguely en de Saint Phalle uit 1983, bij het Pompidou museum in Parijs, is gerestaureerd en beweegt weer met veel lawaai.

zie ook: https://www.lecyclop.com/

1 reactie

Opgeslagen onder Geen categorie

Een weerloze pop en dode machines

Een pop bungelend aan kettingen, voortgesleurd over de grond, zijn blauwe ogen die je hulpeloos aankijken. Nu en dan doet hij ze dicht, alsof het hem te veel wordt. Zijn slappe ledematen zien er geblutst uit. Met oorverdovend geraas vallen de kettingen op de grond, en dan wordt de pop weer willoos omhooggetrokken. Keiharde muziek, Percy Sledge met ‘When a Man Loves a Woman’.  Ik krijg medelijden met de pop. Een machteloos, weerloos wezen, overgeleverd aan anoniem machinegeweld. Tegelijkertijd voel ik ook een aversie tegen die slachtofferpop, met zijn starre grijns op dat onnozele stripfiguurhoofd. Heel verwarrend.

Het is recent werk van Jordan Wolfson (1980) afkomstig uit New York. In een paar jaar tijd kreeg hij grote bekendheid met zijn werk waarin hij put uit de reclame industrie, populaire cultuur en internet. Verderop is in een met wit tapijt beklede zaal een video te zien, waarop een rood bloedlichaampje zweeft over de beelden van zomerse mensen op straat, een strakke meubeltoonzaal, Jordan Wolfson zelf als plagerige punker in het Luxembourg in Parijs. Wat je ervan moet denken? Geen idee. Het is grappig maar ook onheilspellend.

Na het kabaal van de installatie van Jordan Wolfson is het erg stil in de zalen met honderden machines van Jean Tinguely (1925-1991). Heel even hoor je ergens wat piepen, knarsen en dan is het weer doodstil. Al die machines samengesteld van oud ijzer, stukken hout, ijzerdraad, fietsbellen, alles van de schroothoop, ooit maakten ze een geweldige herrie, maar dat is allang verleden tijd. Ze staan er bij als skeletten, opgedolven uit het kerkhof van de jaren zestig. De filmpjes over de tentoonstellingen Bewogen Beweging uit 1961 en Dylaby uit 1962 in het Stedelijk Museum doen verlangen naar die tijd toen bezoekers kunstwerken zelf mochten aanraken en in beweging zetten, het was een keet van jewelste, en iedereen had het reuze naar zijn zin. De tentoonstelling van nu is kunsthistorisch volkomen verantwoord, maar dodelijk saai. Jammer van de machines van Tinguely, die vooral bedoeld waren als kritiek op een keurig geordende maatschappij. Nu staan ze daar, netjes onderhouden en gecatalogiseerd. Groepen scholieren lopen rond met vragenlijsten over de tentoonstelling. Hebben ze enig idee van de vrolijke gekte van die tijd?

Jean Tinguely, Gismo, 1960, coll. Stedelijk Museum Amsterdam. Foto Gert Jan van Rooij

Jean Tinguely, Gismo, 1960, coll. Stedelijk Museum Amsterdam. Foto Gert Jan van Rooij

Het werk van Tinguely is de herinnering aan een speelse wereld, een tijdperk van optimisme, de wereld kon alleen maar beter worden, maar het is duidelijk verleden tijd; het werk van Wolfson laat geweld zien, en dreiging vermomd als luchthartigheid, helemaal van deze tijd. Bedoeld of onbedoeld, vullen de twee tentoonstellingen elkaar erg goed aan.

Jordan Wolfson, Manic/Love/Truth/Love, Stedelijk Museum Amsterdam
Part 1: MANIC / LOVE – Nov 27, 2016 – Jan 29, 2017
Part 2: TRUTH / LOVE – Feb 18, 2017 – April 23, 2017

Jean Tinguely, Machinespektakel, Stedelijk Museum Amsterdam, tot 8 januari 2017

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder algemeen