Het is de omweg waard. Langs de A6 ten zuiden van Parijs wordt het al aangekondigd: Le Cyclop, bij het plaatsje Milly-la-Forêt , niet ver van Fontainebleau. Daar staat in het bos een gigantisch hoofd van ijzer en beton met één gouden reuzenoog. Duizenden stukjes spiegelglas op de mond en de tong van het hoofd weerkaatsen het groen van de bomen. Wanneer een enorme machinerie van ijzeren tandwielen en kettingen vanuit het hoofd van tijd tot tijd met oorverdovend geknars en gepiep begint te draaien, beweegt het reuzenoor aan de zijkant mee. Grote ijzeren ballen rollen met veel geraas door een gangenstelsel van ijzergaas naar beneden. Uit het hoofd steekt een stuk rails met een oude houten treinwagon, als herinnering aan de gedeporteerden in de oorlog.
De Cycloop, oftewel het Monster, of Het Hoofd, was het idee van Jean Tinguely, bedenker en maker van vele ‘nutteloze’ machines. Hij begon aan dit project samen met zijn vrouw Niki de Saint Phalle, bekend van haar volumineuze, kleurrijke vrouwenbeelden, de ‘nana’s’. Gaandeweg de bouw sloten zich steeds meer kunstenaarvrienden aan.
De bouw van de Cycloop van meer dan twintig meter hoog gebeurde illegaal, met grote tussenpozen, en duurde van 1969 tot 1987. Toen het werk volgens de kunstenaars af was, schonken ze het aan de Franse staat. Heel wat kunstenaars hebben eraan meegewerkt, onder wie Daniel Spoerri, César, Soto, Arman, Jean-Pierre Raynaud, Larry Rivers. Het hoofd van de Cycloop bevat een schat aan kunstwerken, zoals een compleet ingerichte gekantelde kamer van Spoerri, een klankkast van ijzeren strips van Soto die klinken als een xylofoon als je er doorheen loopt, een sculptuur van overtollig bouwmateriaal van César, een doorlopende theatervoorstelling van een hamer en een fles, en nog veel meer. Het water op het dak als ‘spiegel van de blauwe lucht’ is een hommage aan Yves Klein. Alles bij elkaar biedt het ook een mooi overzicht van de inventieve en vrolijke kunst uit de jaren zeventig – oneindig veel leuker dan in een museum. Je kan je goed voorstellen met hoeveel plezier iedereen aan het geheel heeft bijgedragen. Het was vast ook heel spannend, want vanwege het illegale karakter werd er vaak ’s nachts gewerkt. De bomen die er al stonden werden in de bouw opgenomen en zijn in de loop der jaren meegegroeid. Het is met recht een organisch gegroeid hoofd.
Tinguely en zijn collegakunstenaars maakten kunst van alles wat ze tegenkwamen op de schroothoop en op straat, afgescheurde affiches, sigarettenpeuken, oud ijzer, vodden, platgetrapte schoenen. Die speelse kunstobjecten van toen bevinden zich nu in musea, gecatalogiseerd en in stromingen ondergebracht, of worden voor heel veel geld op veilingen verhandeld. Toen, daar in het bos, werkten kunstenaars voor hun eigen lol, zomaar, belangeloos, aan een project waarvan ze niet wisten hoe het zou uitpakken, waar niemand om had gevraagd.
In juli en augustus is de Cycloop te bezoeken van woensdag tot en met zondag van 14 – 18.30 u. Van april tot oktober is het op zaterdag en zondag open voor publiek. Tel. 0033 (0)1 64 98 95 18, association@lecyclop.com
P.S. De Stravinski-fontein van Tinguely en de Saint Phalle uit 1983, bij het Pompidou museum in Parijs, is gerestaureerd en beweegt weer met veel lawaai.
zie ook: https://www.lecyclop.com/