Tagarchief: Marcel Duchamp

Een paar damesschoenen als gebraden kippetje

Niet eerder waren er in de kunstgeschiedenis zoveel -ismes, zoveel stromingen, als in het eerste kwart van de vorige eeuw. Ga maar na, kubisme, futurisme, dadaïsme, expressionisme, constructivisme, suprematisme, neo-plasticisme, surrealisme…met bijbehorende manifesten, waarin kunstenaars betoogden waarom juist hún kunstopvatting, hún kijk op de wereld de enige juiste was. Ook al verschilden ze onderling heftig van mening over de juistheid van hun ideeën, hun uitgangspunt was hetzelfde, namelijk een drastische breuk met de heersende opvattingen over het weergeven van de realiteit.

Van al die stromingen kennen we het surrealisme misschien nog het best. De onwerkelijke sfeer van een doodstille straat badend in het kille schijnsel van de volle maan, de vreemde aanblik van een vrijwel naakte man op een racefiets midden in de winter in Amsterdam, we hoeven er niet lang over na te denken, we noemen het surrealistisch. En iedereen heeft wel een speciaal doosje, een bijzondere steen met een speciale herinnering aan een geliefd persoon, een mooie reis, terwijl de schoonmaakster ze enkel beschouwt als een sta in de weg bij het afstoffen. Het is maar wat je erin wil zien. Met een surrealistische blik zie je meer dan de werkelijkheid.

In 1914 stelde Marcel Duchamp een doodgewoon flessenrek in een kunstgalerie ten toon, vanuit het idee dat afhankelijk van de omgeving en de intentie van de kunstenaar ook een alledaags voorwerp, een ‘ready-made’, tot de verbeelding kon spreken. Die opvatting ging goed samen met de in die tijd toegenomen belangstelling voor de zogenaamde primitieve kunst, waarin objecten een eigen magische kracht wordt toegekend, en de fascinatie voor de theorieën van Freud over de werking van het onbewuste en de symbolische droomfunctie van ogenschijnlijk gewone zaken uit het dagelijks leven. Voor veel kunstenaars waren dit nieuwe en opwindende inspiratiebronnen.

Ernst Max, Twee kinderen door een nachtegaal bedreigd, 1924

Max Ernst, Twee kinderen door een nachtegaal bedreigd, 1924

In zijn Surrealistisch Manifest uit 1924 verkondigde de schrijver André Breton de oppermacht van ‘het ongebreidelde spel van gedachten’ en ‘de almacht van dromen’, waarbij het ‘automatisch schrijven’ en hypnose middelen waren om de verbeelding vrij te maken en zo te komen tot diepere waarheden. Wie zich van deze technieken bediende kon zich surrealist noemen, zoals de dichters Apollinaire, Aragon, Baudelaire, Rimbaud, beeldende kunstenaars Salvador Dalí, Max Ernst, René Magritte, de filmmakers Jean Cocteau, Luis Buñuel. Vanuit zijn communistische principes propageerde Breton ook het gebruik van alledaagse materialen en objecten in de kunst als tegenwicht voor de heersende ‘bourgeois esthetiek’. 

Bij het maken van sculpturen verwerkten surrealistische kunstenaars vooral ‘objets trouvés’, toevallig gevonden voorwerpen, die ze associatief samenvoegden tot soms onbegrijpelijke beelden, of humoristisch (meestal vrouwelijke kunstenaars), of met veel erotische verwijzingen (meestal mannelijke kunstenaars).

Meret Oppenheim, Ma gouvernante/My Nurse/Mein Kindermädchen, 1936 © Meret Oppenheim/BUS 1998

Meret Oppenheim, Ma gouvernante/My Nurse/Mein Kindermädchen, 1936
© Meret Oppenheim/BUS 1998

La Poupée, Hans Bellmer, 1935-36, Centre Georges Pompidou

Hans Bellmer, La Poupée, 1935-36, Centre Georges Pompidou

In het Centre Pompidou in Parijs is op het ogenblik een uitgebreide tentoonstelling te zien over de objecten in het Surrealisme, vanaf 1924 tot en met de jaren zestig, dat is nogal wat. Het meest interessant is wel de manier waarop surrealistische exposities uit de jaren dertig werden nagebouwd: etalagepoppen langs een schemerig straatje genaamd Rue des Lèvres, vitrines vol vreemde voorwerpen, een grote zaal met sculpturen samengesteld uit gevonden voorwerpen van onder anderen Picasso, Calder, Max Ernst. Hier en daar ook werk van hedendaagse kunstenaars als Cindy Sherman, Paul Mc Carthy, Ed Ruschka. Het is veel, het is niet helemaal duidelijk wat de tentoonstellingsmakers precies wilden vertellen, maar het is zeker de moeite waard. Als je dan toch in Parijs bent, ça vaut le détour.

Arnaud Labelle-Rojoux : A la main du Diable, 2013

Arnaud Labelle-Rojoux  A la main du Diable, 2013

 Le Surréalisme et l’objet, tot 3 maart 2014 in Centre Pompidou, Parijs

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

Ai Weiwei in Tilburg

Hij is mijn held. In China is het gevaarlijk om te zeggen wat je denkt, maar Ai Weiwei laat zich niet de mond snoeren. Bij zijn onderzoek naar de namen van de schoolkinderen die bij de aardbeving in Sichuan omkwamen – waarbij de slecht  gebouwde scholen als eersten instortten en het aantal dode kinderen niet bekend mocht worden – werd hij ’s nachts op zijn hotelkamer in Chengdu door de politie in elkaar geslagen. Daarna kreeg hij  een hersenbloeding waaraan hij met spoed geopereerd moest worden. Dat gebeurde in München, toen hij bezig was met zijn tentoonstelling So Sorry, over de omgekomen schoolkinderen. Aan de gevel van het museum hing hij 9000 schoolrugzakjes. Bij elkaar vormden ze in Chinese tekens de zin “ze heeft zeven jaar gelukkig in deze wereld geleefd”, een uitspraak van een van de moeders over haar overleden dochtertje. Die duizenden gekleurde rugzakjes bij elkaar, een ontroerend gezicht.
Ai Weiwei laat niet af. Op alle mogelijke manieren ageert hij tegen de corruptie en de verregaande beperking van meningsuiting in China, ook al is zijn blog geblokkeerd, staat hij onder huisarrest en werd zijn atelier in Beijing vernield. Ondertussen is hij een wereldberoemd kunstenaar, ontwierp hij met het Zwitserse architectenbureau Herzog & de Meuron het spectaculaire ‘vogelnest’ stadion in Beijing en werkt hij met 100 architecten aan de bouw van een stad in de Gobiwoestijn. Van hem en Herzog & de Meuron is ook het ontwerp voor het zomerpaviljoen 2012 van de Serpentine Gallery in Hyde Park.

De Chinese overheid heeft wel lef. Stel  je voor dat de Nederlandse regering iemand als Rem Koolhaas vanwege kritische opmerkingen verbiedt op reis te gaan, zijn kantoor vernietigt, beslag legt op zijn rekeningen…de wereld was te klein. Fijn land, China. Volgens Amnesty International wordt in China de doodstraf vaker toegepast dan elders, jaarlijks vinden meer dan 1000 executies plaats.

De beelden van Ai Weiwei vertellen veel over China. Op het eerste gezicht doen ze nogal simpel aan, maar als je je erin verdiept kom je achter meer betekenislagen. Zoals bij Sunflower Seeds, twee rechthoekige tapijten van 8 miljoen porseleinen steentjes in de vorm van zonnebloempitten. Die werden door een heel dorp stuk voor stuk met de hand beschilderd, maar in het grote geheel vallen de verschillen tussen de steentjes helemaal weg. Op het Plein van de Hemelse Vrede zien de met rode vlaggetjes zwaaiende Chinezen er toch ook allemaal hetzelfde uit? Zonnebloempitten waren ook het enige voedsel tijdens de grote hongersnood onder Mao, die zichzelf als de zon beschouwde en het Chinese volk als zonnebloemen, het gelaat naar de zon gewend; verder, porselein is een typisch Chinees product dat in grote hoeveelheden wordt geproduceerd en nagemaakt. De installatie Forever, een cirkel van 42 op verschillende manieren aan elkaar gelaste fietsen, doet denken aan de massa’s Chinezen op de fiets. De fietsen kunnen niet los van elkaar, anders stort het hele bouwsel ineen. En zo is er nog meer.

Ai Weiwei noemt zichzelf een conceptueel kunstenaar. Het idee is het belangrijkste zegt hij, daarna kan hij met de uitvoering nog alle kanten op. Zijn grote voorbeeld was Marcel Duchamp, met zijn opvatting dat alles kunst kan zijn, ook het meest banale. Joseph Beuys’ idee over kunst als sociale sculptuur, voor mensen en door mensen, vormde een van Ai Weiwei’s inspiratiebronnen voor het werk Fairytale tijdens de Documenta in 2007, toen hij 1001 Chinezen naar Kassel liet overkomen en hen plaats liet nemen op 1001 antieke Chinese stoelen. Een aantal Chinezen besloot daarna niet meer terug te gaan naar China.

In de Pont in Tilburg zijn niet alleen installaties van Ai Weiwei te zien, maar ook video’s van performances en interviews.

Ai Weiwei in de Pont tot en met 24 juni 2012.

Voor uitgebreide informatie over de tentoonstelling download de catalogus:
http://www.louisiana.dk/uk/Menu/Exhibitions/Past+exhibitions/Ai+Weiwei

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie