Tagarchief: Sandra Smallenburg

De ervaring van Land Art

Het was in de jaren zestig, alles moest anders, ook in de kunst. Het museum haalde de straat binnen met sculpturen van zand, stenen, takken, kolen, gevonden voorwerpen, levende paarden, en buiten pakten kunstenaars bomen in, telden voetstappen, signeerden stukken braakland, organiseerden happenings, waarbij alles wat zich ter plekke voordeed tot kunst werd verklaard. Alles was mogelijk en niets was te gek, het was één grote uitbarsting van creativiteit. De meeste mensen waren jong, vol energie en zin in verandering. En het ging goed met de economie, er was meer dan genoeg geld voor experimenten. Allemaal factoren die bijdroegen tot verandering en vernieuwing op alle fronten en op alle mogelijke manieren.

Levende Paarden, Jannis Koennellis, Galleria L’Attico in Rome, 1969

Levende Paarden, Jannis Koennellis, Galleria L’Attico in Rome, 1969

In die tijd kwam een aantal kunstenaars in Amerika op het idee om kunst te maken in een van de vele afgelegen en lege gebieden in het westen, weg uit de stad, weg uit de beperkte ruimtes van musea en galeries. Ze wilden grootse kunst maken,  kunst die deel uitmaakte van de omgeving, van materiaal uit de omgeving. Ze noemden het Land Art, kunst in het landschap en van het landschap.
Een van de eerste grote Land Art kunstwerken was de Spiral Jetty van Robert Smithson, een spiraalvormige dam van grote brokken bazalt, in een groot zoutmeer in de staat Utah. Het werd een icoon in de kunstgeschiedenis, een voorbeeld van een nieuwe kunstopvatting: ook de omgeving en de weg ernaar toe behoren tot het kunstwerk. En jijzelf, als je er middenin staat.

Spiral Jetty, Robert Smithson, 1969 -1970, Great Salt Lake Utah

Spiral Jetty, Robert Smithson, 1969 -1970, Great Salt Lake Utah

Als je leest wat Smithson over die plek schreef, kan je je voorstellen waarom hij juist daar iets wilde maken: “Terwijl we reden strekte de vallei zich uit tot een unheimische immensheid, anders dan de andere landschappen die we hadden gezien. De wegen op de kaart werden een web van lijnen, terwijl het Great Salt Lake in de verte bestond uit een ononderbroken zilveren band. Heuvels namen de gedaante aan van smeltende stoffen en gloeiden onder amber licht. Zanderige hellingen veranderden in stroperige massa’s. Langzaam kwamen we dichter bij het meer, dat leek op een rimpelloos lichtpaars laken, gevangen in een matrix van stenen, waar de zon zijn vernietigende licht overheen stortte…”

NRC kunstrecensent Sandra Smallenburg doet in haar boek Expeditie Land Art verslag van haar tochten naar het werk van Smithson en andere Land Art projecten, niet alleen in de VS, maar ook in Engeland, Schotland en Nederland. Na lezing van haar meeslepende beschrijvingen wil je onmiddellijk afreizen om alles met eigen ogen te bekijken en te ervaren. Dan wil je ook rijden over eindeloze highways, dwars door de bergen en uitgestrekte prairies, naar de Sun Tunnels van Nancy Holt: grote betonnen buizen midden in de woestijn in Utah, waar de zon op de kortste en langste dag precies doorheen schijnt, met bovenin gaten voor verschillende sterrenstelsels. Of naar het spectaculaire Lightening Field van Walter De Maria op een afgelegen hoogvlakte in New Mexico, waar vierhonderd roestvrijstalen palen de bliksems opvangen die daar in de statisch geladen atmosfeer regelmatig voorkomen.

Walter de Maria, The Lightning Field, 1977, Western New Mexico

Walter de Maria, The Lightning Field, 1977, Western New Mexico

Toch hoef je niet direct op het vliegtuig te stappen voor Land Art. In de Flevopolder bij Almere ligt nog altijd de Groene Kathedraal van Marinus Boezem, een uitgestrekt populierenbos in de vorm van de plattegrond van Reims, met daarnaast een open plek in dezelfde vorm, een contrakathedraal. Een eind verderop bevindt zich de grote Aardzee van Piet Slegers, die er werkelijk uitziet als een groene golvende zee. Het ontwerp is bedoeld om je te herinneren aan de zee die hier ooit was.

 

De Groene Kathedraal, 1987, Marinus Boezem

De Groene Kathedraal, 1987, Marinus Boezem

Ook voor een werk van Robert Smithson hoef je niet zo ver weg. In de buurt van Emmen maakte hij voor de tentoonstelling Sonsbeek buiten de perken van Wim Beeren in 1971 Broken Circle/Spiral Hill, bestaande uit een landtong en een uitgegraven kanaal. Samen vormen ze een cirkel, die je bekijkt vanaf de top van een heuvel, de Spiral Hill. Zoals blijkt uit de beschrijving van Sandra Smallenburg speelt ook hier de omgeving een rol bij de ervaring van het kunstwerk: “Het landschap is overweldigend, on-Nederlands haast. Witte stranden omzomen een grijsblauw meer. Felgroen gras bedekt de oevers. Daarachter het donkere groen van de bosrand, met hier en daar een reusachtige zwerfkei. Het heeft iets weg van een ondergelopen vulkaankrater. Het enige geluid is het gakken van overvliegende ganzen.”

Bij het boek Expeditie Land Art hoort ook een tentoonstelling in de Kunsthal Kade in Amersfoort. Daar zijn onder andere ontwerpen te zien van Marinus Boezem voor diverse kathedraalprojecten, video’s van Robert Smithson met cowboyhoed en stoere laarzen bij het Great Salt Lake, de zoektocht van de Britse kunstenaar Tacita Dean naar Spiral Jetty, de bekende video van Guido van der Werve achtervolgd door een ijsbreker. Maar een werkelijk idee van de indrukwekkende ervaring die Land Art teweeg kan brengen kreeg ik daar niet, nee, er was alleen het afstandelijk kijken. Het was zelfs zo dat ik mij bij de video’s  begon af te vragen waarom al die moeite met graafmachines, het slepen met enorme buizen, waartoe? Voor het echte werk moet je toch naar buiten, het is niet voor niets Land Art, kunst ver weg van het museum. Maar lees om te beginnen het boek. Dat is prachtig.

Expeditie Land Art, landschapskunst in Amerika, Groot-Brittanië en Nederland, Sandra Smallenburg, uitg. De Bezige Bij

Expeditie Land Art, Kunsthal KAdE, Amersfoort, tot 3 januari 2016

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

De Biënnale in Venetië

Niet dat je tijdens de Biënnale perse naar Venetië moet. Ook zonder dat is er meer dan genoeg kunst te zien. De stad op zich is al één groot kunstwerk, een sprookje, nou ja woorden schieten te kort en wie ben ik om nog iets toe te voegen aan wat er in de loop van de tijd aan moois over Venetië is geschreven. Wat mij betreft geeft Italo Calvino in Onzichtbare steden nog het mooist weer wat de stad zoal aan fantasieën en dromen oproept. Maar er wonen ook nog gewone mensen in de stad, moeders en huisvrouwen die met wandelwagens en boodschappenkarretjes de bruggen op- en afsjouwen. Op het plein voor de Madonna dell’Orto zijn jongens aan het voetballen.

Het is de kerk waar de schilder Tintoretto (1518-1595) begraven ligt. Op goed geluk ga ik naar binnen en dan sta ik oog in oog met zijn schilderijen, grote levendige taferelen, zo helder en fris alsof ze een paar jaar geleden werden afgeleverd. Onverwacht en adembenemend. Als ik weer buiten sta ligt het plein er verlaten bij. In het kanaal glinstert het blauwgroene water. Een bootje tuft voorbij.

Zie: http://www.slowtrav.com/blog/annienc/2008/03/madonna_dell_orto.html

Maar goed, wij gingen wel naar de Biënnale. De tweejaarlijkse tentoonstelling in de Giardini en het Arsenale beoogt de actuele stand van zaken op het gebied van de beeldende kunst te tonen. Drie grote werken van Tintoretto in de erezaal van het hoofdpaviljoen. Prachtige werken, daar niet van, en in die grote zaal met de juiste belichting komen ze goed uit, beter dan in een kerk met wisselend licht en donkere hoeken, maar wat doen ze daar? Het gaat op de Biënnale toch om contemporaine kunst? Het moet een eerbetoon zijn aan de meester van het licht. Ik vind het prima, maar verder op de Biënnale, wat een visuele armoe. Veel onuitgewerkte ideeën oftewel conceptuele kunstuitingen, maatschappelijke en politieke statements, documentaire foto’s. In het Nederlandse paviljoen een grote houten stellage met zicht op gefotoshopte fragmenten van kunstwerken in Nederland, een kast met titels van door de samenstellers gelezen boeken, aan de muur recensies over een performance die bij de opening, drie maanden geleden, plaats vond. Kunst voor een clubje ingewijden, ja, dat ga je dan toch denken. Verder was er in de Giardini en het Arsenale ook niet veel te beleven. Bij zo’n groot overzicht met zoveel nieuwe kunstenaars hoop je altijd op een verrassing, iets dat je nog nooit eerder hebt gezien, maar dat was hier niet het geval.

Wel verrassend zijn de exposities verspreid over de hele stad. Daardoor loop je kriskras door straten en stegen waar je anders nooit zou komen en mag je palazzo’s binnen waar je gewoonlijk niet in kan. Zo bezochten we een stier bovenop een Steinway vleugel in de tuin van het Palazo Loredan dell’Ambasciatore (de naam alleen al is muziek) aan het Canal Grande (Calle dei Cerchieri, Dorsoduro),

en een zoet ruikende meisjes snoepkamer in het Palazzo Pisani, (Calle de le Erbe 6103, Cannaregio)

Maar ook een palazzo als een spiegelpaleis met heel veel exposities, waar je wel een dag kan doorbrengen. Achterin de tuin een ontroerende video van het kunstenaarsduo Libia Castro en Ólafur Ólafsson Your Country Doesn’t Exist Anymore: deze zin wordt door twee musici en een zangeres gespeeld en gezongen terwijl ze op een gondel door de stad varen. Hier en daar staan mensen stil om te luisteren; een vrouw vertelt dat ze nog altijd woont in het palazzo waar haar moeder en zij geboren werden. Dat kan dus nog. (Palazzo Zenobio, Fondamenta des Soccorso, 2596).

We hebben genoten van Glasstress, met op het glaseiland Murano gemaakt werk van diverse kunstenaars (Palazzo Cavalli, Campo Santo Stefano 2847), de expositie van de Prada Foundation in een prachtig achttiende eeuws palazzo (Ca’Corner della Regina, Santa Croce 2214) met indrukwekkend werk van Louise Bourgeois en Anish Kapoor en vele anderen.

Ook van Kapoor is Ascension, een naar de koepel opstijgende rookpluim. Het immateriële zichtbaar maken, dat is wat hij wil, zegt Kapoor (Basilica di San Giorgio op het eiland di San Giorgio Maggiore). Niet alleen tijdens de Biënnale, maar het hele jaar door is de collectie moderne kunst van de verzamelaar Pinault te bezoeken in het Palazzo Grassi (Campo San Sanuele 3231) en in het Fondamenta della Dogana, op het puntje van de Dorsoduro. Daar staat ook het beeld van de jongen met de kikker, uitkijkend over de lagune – een van de beeldmerken van onze blog (Fondamenta della Dogana, Dorsoduro 2). Hij wordt dag en nacht bewaakt. Dat merkten we toen we even een hand op zijn gladde achterste legden.

Leidraad door onze tocht door de stad waren de tips van Sandra Smallenburg in de NRC; anders waren we zeker verdwaald in het overstelpende aanbod. Dank je wel Sandra.

Van Jan Fabre is de Pietàs installatie in de Nuova Scuola Grande di Santa Maria della Misericordia, (spreek dit maar eens hardop uit, het is gewoon een klankdicht). Vijf grote marmeren sculpturen, bestaande uit grote marmeren hersenen met een kruisbeeld, een bonsaiboom, schildpadden, kevers, rupsen, die leiden naar het hoofdbeeld de Meelijkwekkende Droom, waar het doodshoofd van Maria neerkijkt op het levenloze lichaam van Jan Fabre. Er hangt een plechtige sfeer in de zaal, niemand praat hardop. Het gouden podium mag alleen met sloffen worden betreden. Het aanreiken van de sloffen is bijna een rituele handeling. We zijn onder de indruk.

Dit is toch een ultieme beleving van kunst: niet alleen het kunstwerk zelf, maar ook de omgeving, de weg er naar toe, het lege plein voor het gebouw, de stilte binnen, de verrassing bij de aanblik van het werk.

De Biënnale is nog tot 27 november. De Prada Foundation en de Pinault collectie het hele jaar.

http:/http://www.labiennale.org/en/art/index.

html/www.angelos.be/NL/196

http://www.scotlandandvenice.com/

http://www.nzatvenice.com/2011-venice-project 


Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie