Tagarchief: Gemeente Museum Den Haag

In de sfeer van Klimt en Schiele

Van het Belvédère in Wenen mocht het Gemeentemuseum Den Haag een tijdje de Judith van Gustav Klimt lenen. Hoe ze in Wenen werd getoond weet ik niet, maar in Den Haag is dat in grote stijl, zoals het een Grande Dame uit het fin de siècle van Wenen betaamt. In een halfduistere zaal, omgeven door honderden opgloeiende goudkleurige perfumflacons, verschijnt ze aan ons als een in goud gevatte icoon. Ons, nederige toeschouwers, beziet ze hautain, het afgehakte hoofd van Holofernes achteloos in haar ene hand. Of is het meer een wellustige blik, op haar wangen een blos van seksuele opwinding? Die dubieuze blik, verleidelijk, sensueel, spottend, triomfantelijk, maakt haar zo fascinerend; het was dan ook deze blik die indertijd voor ophef zorgde. In plaats van een vrome bijbelse Judith die haar leven riskeerde om haar volk te redden, schilderde Klimt een femme fatale, die er duidelijk genoegen in schept de man die ze verleid heeft te doden. Het kwam overeen met het toen heersende idee over de vernietigende kracht van de vrouwelijke seksualiteit, waaraan de man willoos was overgeleverd en dat zijn ondergang kon betekenen. Wat vonden de vrouwen in die tijd daar eigenlijk zelf van? De spreekuren van Dr. Freud zaten vol met hysterische vrouwen vanwege hun onderdrukte seksuele verlangens.

judith I

Judith I (1901) Gustav Klimt

 

In de tegenover liggende zaal hangt het grote portret van Egon Schiele’s vrouw Edith. Ze ziet er ingetogen en ook een beetje onhandig uit. Ik vraag me af of de schilder haar graag zo wilde  zien, of dat ze werkelijk zo was. Eerlijk gezegd denk ik het eerste, weinig schilders portretteren hun eigen vrouw als een sensueel wezen. In ieder geval, Schiele’s portretten van andere vrouwen zijn weinig verhullend, de meeste hard en erotisch, soms bijna pornografisch.

De zaal van Edith is licht en ruim, rondom behangen met gestreepte lichte gordijnstof, dezelfde als de stof van haar jurk op het schilderij. De strepen van de gordijnen zijn aan één kant van de zaal vervaagd, alsof ze jarenlang voor een raam hebben gehangen. Het is een mooie theatrale tegenstelling, deze zonnige ruimte na de zwoele duisternis van de Judithzaal.

 

egon-schiele-portrait-of-edith-schiele-the-artist-s-wife-1915

Edith Schiele in een gestreepte jurk, (1915), Egon Schiele

De tussenliggende zalen zijn uitgevoerd in de stijl van de Wiener Secession, de vloeren, de wanden in zwartwit patronen, aan de wanden tekeningen en affiches van Klimt en Schiele, in het midden een vitrine met enkele sieraden van de Wiener Werkstätte.

De hele tentoonstelling is een waar Gesamtkunstwerk: theater, decor en kunst ineen. Een klein juweel.

 

Judith en Edith, Gemeentemuseum Den Haag, tot en met 19 juni 2016

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

Nieuw voor oud

Er is al veel over geschreven, gezegd, en ik doe het nog een keer: het Rijksmuseum is prachtig geworden. Het weerzien met het joodse bruidje was een feest. Tegen de donkere achterwand komt het rood van haar jurk, het beroemde zachte licht op de handen en gezichten, beter uit dan ooit. Verder was het fijn dwalen door de vernieuwde zalen. Ook hoef je niet meer zoals vroeger eindeloos te zoeken naar de minutieus ingerichte poppenhuizen. Eén minpunt, de zolderverdieping twintigste eeuw. Ogenschijnlijk lukraak bij elkaar gezochte zaken, zoals een ameublement van Michiel de Klerk, het beeld van een Javaan in kleermakerszit, een concentratiekampjas uit Mauthausen, een Philips reclamefilm van Joris Ivens, een vliegtuig, Het laatste avondmaal van Marlene Dumas, en zo meer. Wat moeten we daarmee?

Het Joodse bruidje, Rembrandt van Rijn, omstreeks 1667

Het Joodse bruidje, Rembrandt van Rijn, omstreeks 1667

Die badkuip aan het oude Stedelijk, het blijft een vreemd aanhangsel. Maar daar binnen is het ook fijn ronddwalen langs oude bekenden en  veel onbekenden, die er misschien altijd al waren maar nu pas tevoorschijn gehaald. Een grote verrassing, de opstelling van de afdeling toegepaste kunst. Niet alleen de overbekende ontwerpen van Rietveld, Gispen, Friso Kramer, maar ook sieraden, scheerapparaten, serviezen, vazen als kunstwerken, van alles, tot en met nu. Als je nog meer wil zien trek je gewoon een la open. Dat geldt ook voor affiches en ander drukwerk.

Stedelijk Museum, beeld van het oorspronkelijke gebouw van A.W. Weissman, 1895 en het nieuwe gebouw ontworpen door Benthem Crouwel Architects. Foto John Lewis Marshall.

Stedelijk Museum, beeld van het oorspronkelijke gebouw van A.W. Weissman, 1895 en het nieuwe gebouw ontworpen door Benthem Crouwel Architects. Foto John Lewis Marshall.

Vitrines op de afdeling Design, Stedelijk Museum. Foto Gilian Schrofer

Vitrines op de afdeling Design, Stedelijk Museum. Foto Gilian Schrofer

De video’s van Aernout Mik beneden in de kelder moet je beslist gaan zien. Het zijn er heel veel, en al duren ze lang, blijf kijken, vooral naar die van het proces tegen een namaak Berlusconi, de handbagage controle op een vliegveld, schietoefeningen in een Oost Europees land (Servië?). De gezichtsuitdrukkingen van de toeschouwers zijn ook de moeite waard. Als je weer buiten staat lijkt het straatbeeld zó uit een video van Mik afkomstig.

Het Gemeentemuseum van Berlage in Den Haag is en blijft mijn favoriet. Het ziet eruit of het nog vorige week werd opgeknapt. Wat een mooi gebouw, van buiten en van binnen. De verhoudingen, de kleuren, de sfeer. Op de galerij boven een sober eerbetoon aan Henk Peeters (1925-2013), een van de kunstenaars van de Nul-groep, die hij in 1961 oprichtte met Jan Schoonhoven, Jan Henderikse, Armando en Herman de Vries. Zij maakten ‘onpersoonlijke’ kunst van alledaagse materialen, zoals watten, veren, met water gevulde plastic boterhamzakjes, of tekenden en schilderden met rook en vuur. Boven de door Berlage ontworpen houten zitbank hangt een werk van Peeters. Een tere witte wolk tegen een ijle blauwe lucht. Van dichtbij zie je een stukje schapenwol op een blauw fond.

In de hal beneden kleurrijke muurschilderingen van Sol LeWitt (1928-2007). Van hem is ook de muurschildering Stairs and Stripes (1982) langs een van de trappenhuizen. Die werd in 1998 bij de renovatie van het museum botweg overgeschilderd, maar na vele protesten opnieuw aangebracht.

Hal Gemeentemuseum Den Haag, Sol LeWitt, foto Michel Morel

Hal Gemeentemuseum Den Haag, Sol LeWitt, foto Michel Morel

Trappenhuis Gemeentemuseum Den Haag, Sol LeWitt, foto Nicole Oranje

Trappenhuis Gemeentemuseum Den Haag, Sol LeWitt, foto Nicole Oranje

In Venetië houden ze het liever bij het oude. Op de Punta della Dogana moest het intrigerende beeld van de jongen met de kikker onlangs plaatsmaken voor een  kopie van een negentiende eeuwse straatlantaarn, ‘omdat die er vroeger ook al stond’.

Maar dan ook weg met de toeristen in korte broek, zou ik zeggen. Zo liepen de mensen er vroeger toch ook niet bij?

Jongen met Kikker, Charles Ray, 2009

Jongen met Kikker, Charles Ray, 2009

Jongen met kikker, neergehaald

Jongen met kikker, neergehaald

zie http://kunstvensters.com/2011/12/15/nul-is-meer-dan-nul over de Nulbeweging

zie http://vorige.nrc.nl/thema_archief_oud/nieuws_kunst/article1786876.ece: artikel over Sol LeWitt

http://www.artdaily.com/index.asp?int_sec=2&int_new=62452&b=venice#.UZpG4fHmh20, over Jongen met kikker

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie