Gelukkig zijn we voor de kunst niet alleen op musea of galerieën aangewezen, want ook buiten is er genoeg te zien. Buitenkunst is nooit dicht, dat is een voordeel, je kan er altijd heen, dag en nacht. Een nadeel is dat de kunstwerken meestal ver uit elkaar staan en dat je er een eind voor moet lopen of fietsen. Maar dat is ook weer een pre, want zoals je weet is lichaamsbeweging goed voor de gezondheid. Ervan uitgaand dat dat kunst ook goed is voor de geest (anders las je deze site niet) is het bezoeken van buitenkunst dus dubbel gezond.
Ter stimulering van een gezonde geest in een gezond lichaam hierbij een beschrijving van een fietstocht langs buitenkunst in Amsterdam Zuid, op de rand van oud- en nieuw-Zuid. Toevallig woon ik in dit stadsdeel en ken ik dat goed. Maar ik houd me aanbevolen voor kunst-fietstochten in andere steden of gebieden, heel graag! Het is verrassend wat je zoal ziet tijdens zo’n fietstocht, waar je anders, met je ogen gericht op een doel ergens in de verte, zomaar aan voorbij zou rijden.
De fietstocht begint bij de hoek van het Stadionplein en de Amstelveenseweg. Vandaar rijd je tussen het stadion en het Olympisch kwartier, een vrij nieuwe woonwijk, naar de rivier de Schinkel. Je komt over de Jan Wils brug (genoemd naar de ontwerper van het Olympisch stadion). Over de brug sla je linksaf. Aan je rechterhand ligt het Park Schinkeleilanden dat in 2005-2010 werd aangelegd. De houten palen op de heuvel en in het water zouden kunnen doorgaan voor een serie kunstwerken en waarom niet, maar ze zijn bedoeld als landingsplekken voor aalscholvers, meeuwen en ook duiven zitten er graag.
Je fietst langs de rails van de Elektrische Museumtramlijn die hier ‘s zondags vanaf maart tot oktober rijdt, alleen nu voorlopig niet. Het park inclusief sportterreinen is ontworpen door landschapsburo Sant en Co. Dat hebben ze heel goed gedaan, met als bijzonder detail fruitbomen langs het fietspad.
Doorfietsend kom je aan bij het sportterrein aan het IJsbaanpad. Rechts, voor het voetbalveld, werd hier in 2011 een wildplasser aan de rand van de sloot neergezet.
Het is een amateurvoetballer in ASV Arsenal tenue, waarvoor een van de oudste clubleden model stond. Het beeld werd bedacht door Erik Kessels van communicatiebureau Kessels/Kramer, maar of hij het ook zelf heeft gemaakt weet ik niet.
Verderop staan elf palen van verschillende lengtes met daar bovenop tribunestoelen. Samen vormen ze een Wave (een verschijnsel dat zich voornamelijk voordoet bij voetbalwedstrijden).
Dit werk uit 2016 van Zoro Feigl was bedoeld was om echt te ‘waven’, maar om de een of andere reden is dat er niet van gekomen, of is het gewoon gestopt met waven. Dat is jammer, want bewegende kunstwerken van industriële materialen zijn nu juist de specialiteit van deze kunstenaar. Zo maakte hij in 2018 voor een tentoonstelling in de voormalige elektriciteitsfabriek in Den Haag onder meer een enorme, hoog boven de grond rondtollende klaproos van rood dekzeil, dansende tl-buizen, naar het water kronkelende tuinslangen, een loopband waarlangs een dikke vloeistof tegelijkertijd naar boven en naar beneden droop.
Hierna keer je om en fiets je over het IJsbaanpad richting Amstelveense weg. Bij het stoplicht op de hoek kijk je naar rechts op de koepeltjes van de zogeheten kashba uit 1960 van Aldo van Eyck, bestaande uit een serie lage aaneengesloten binnen- en buitenruimtes. Tot 1991 was het in gebruik als burgerweeshuis. Bij zijn ontwerp had Van Eyck zich laten inspireren door de architectuur en de samenleving van het Dogon-volk in Mali. Zijn motto voor het kinderhuis was “een kleine wereld in een grote, een grote wereld in een kleine, een huis als een stad, een stad als een huis, een thuis voor kinderen.”
Naast het voormalige burgerweeshuis staan twee ineengestrengelde roestvrij stalen kolommen, Spiegel van de hemel, uit 1986, van André Volten (1925-2002). In de jaren zeventig en tachtig was hij een van de meest gevraagde beeldhouwers voor de openbare ruimte. Zijn stalen beelden, in de vorm van zuilen, kubussen of bollen, staan in Amsterdam ook bij de IJ-oever, de Nederlandse Bank en de Stopera.
Via de drukke Amstelveense weg steek je over naar de Fred. Roeskestraat. aan de linkerkant kom je langs het Sandberg Instituut, de master-kunstopleiding van de verderop gelegen Gerrit Rietveld Academie. Het instituut is genoemd naar Willem Sandberg, directeur van het Stedelijk Museum van 1945-1963. Onder zijn leiding werd het Stedelijk een van de meest toonaangevende musea voor moderne kunst in Europa. Sandberg legde de basis voor de collectie moderne kunst en haalde als eerste Cobra binnen, de Amerikaanse abstract expressionisten en verder alles wat zich toen voordeed aan jonge en levende kunst. Beroemd is zijn tentoonstelling ‘Bewogen Beweging’ uit 1961, waarin onder andere de machines van Tinguely door het publiek in beweging werden gezet en je in een nana van Niki de St. Phalle kon kruipen.
Hierna kom je langs de Gerrit Rietveld Academie, de hogeschool voor beeldende kunst en vormgeving. Aan het Amstelkanaal staat het oudste gebouw, dat in 1964 werd ontworpen door Gerrit Rietveld zelf. Een tweede gebouw op het terrein uit 2004 is van de architecten Benthem Crouwel (jawel, die van de ‘badkuip’ van het Stedelijk Museum), en het nieuwste gebouw, van architecten Paulien Bremmer en Rob Hootsmans, werd in 2019 opgeleverd. De glazen voorgevel kan op veel plekken open zodat studenten ook in de buitenlucht kunnen werken.
Nu wordt het even doorfietsen naar het Beatrixpark. Door de Fred. Roeskestraat, dan onder de Parnassusweg door via het tunneltje, over het fietspad langs de Strawinskylaan naar de Beethovenstraat, en die oversteken naar het Beatrixpark. Voorbij het St. Nicolaaslyceum passeer je een rond wit gebouw achter een hoog hek. Het is een voormalige kapel behorend bij het Nicolaasklooster, het lelijke bakstenen gebouw ernaast. De kapel is gebouwd naar voorbeeld van die van Le Corbusier in Ronchamp. Beneden zit restaurant As, boven in de Art Chapel organiseerde Art Zuid nu en dan tentoonstellingen. Helaas is dat voorbij wegens gebrek aan middelen.
Vervolgens steek je links de brug over, waar een groot kunstwerk je al aan de rand van het grote grasveld tegemoet schittert. Deze sculptuur uit 2018, genaamd Future Past Glory, is van het kunstenaarsduo Liet Heringa en Maarten van Kalsbeek.
Schoonheid en verval in de natuur vormt de inspiratiebron voor hun werk. Future Past Glory is bedoeld als hommage aan Jakoba ‘Ko’ Mulder (1900-1988), de eerste vrouwelijke stedenbouwkundige van de gemeente Amsterdam. Zij droeg voor een groot deel bij bij aan het plan voor het Amsterdamse Bos, en samen met Aldo van Eyck zorgde ze voor de bouw van zevenhonderd speelplaatsen in de stad. Voor het Beatrixpark ontwierp ze de romantische landschapstuin en de grote recreatieweide. Misschien was zij net als dat beeld: vriendelijk en toegankelijk, maar onwrikbaar als staal.
zie ook “Het glinstert in het park”, blog van 29 oktober 2018
Na het bekijken van het kunstwerk en de spelende honden op de grote speelweide, fiets je terug over de brug en sla je linksaf het park verder in. Bij de richtingaanwijzer volg je RAI, en bij twee grote stenen leeuwen volg je het fietspad tussen de gebouwen van de RAI tot de uitgang bij de Europaboulevard. Deze uitgang wordt geflankeerd door een reuzenkoningin en een reuzenkoning, met twee kleine mannenfiguren aan hun voeten.
Ze doen denken aan grote poppen met hun begeleiders bij een carnavalsoptocht. Aan weerskanten van de verschillende uitgangen verderop, richting Scheldeplein, staan nog meer beelden: twee illusionisten die mooie dames laten zweven en
steltlopers met Hollandse melkmeisjes op hun schouders.
Guillaume Bijl is de maker van deze beschilderde aluminium beelden uit 2014. . Hij noemde ze Feestelijke Beelden, omdat hij naar zijn zeggen een frivole atmosfeer wilde creëren in contrast met het monotone achtergrondbeeld van de RAI en omgeving. Bijl geeft in zijn overige werk vaak op humoristische wijze een beeld van interieurs, supermarkten, autoshowrooms. Het zijn persiflages, maar zo precies nagebouwd dat je het niet meteen doorhebt.
Bij het Scheldeplein keer je om op het fietspad en rijd je verder onder de enorme gestapelde betonblokken door, het nieuwste architectonische gevaarte van het OMA. Dan ga je linksaf onder het tunneltje door en langs de ringweg, achterlangs begraafplaats Zorgvlied, naar de Amstel, daar rechtsaf, langs de mooie buitenplaats Amstelrust, tot je bij een ingang van het Amstelpark het bordje ‘Monument Rozenoord’ tegenkomt. Je zet je fiets op slot en loopt het hek binnen van het uitgestrekte Amstelpark (waar je niet mag fietsen). Rechts van de ingang zie je een grasveld met lege stoelen. Ze staan op grote betonnen tegels, waarop de naam, geboortedatum en datum van overlijden van de slachtoffers die in de laatste maanden van de oorlog door de Duitsers werden gefusilleerd op de nabijgelegen plek Rozenoord.
Dit monument werd in 2014 ontworpen door de kunstenaar Ram Katzir, met als motto van Walter Benjamin: ‘to live means to leave traces’. Werk van Katzir is o.a. ook te zien in Dordrecht, Leiderdorp, Nijmegen Zeist, Japan, Israel, Berlijn. Maar dat is voor een andere fietstocht.
Als je bent uitgerust in de prettige stoelen op deze mooie plek ga je nu waarschijnlijk op weg naar huis.
Meer kunstwerken zien op https://amsterdam.kunstwacht.nl/
Amsterdam, april 2020, een bijzonder tijdperk