Tagarchief: Aboriginal

Over de ervaring van het sublieme

Het is nogal wat, de weergave van een overweldigende ervaring. Een schitterende zonsondergang, de weidsheid van de sterrenhemel, het geweld van de natuur, het besef van de vergankelijkheid van het leven… persoonlijke ervaringen maar tegelijkertijd ook weer zo algemeen, dat ze al gauw verworden tot clichés. Het is weinig kunstenaars gegeven dergelijke ervaringen overtuigend weer te geven. Als ze het al zouden willen, want in de kunst heerst al vele decennia een taboe op het uiten van grootse, laat staan verheven, gevoelens. In onze beleving is dat al gauw ‘over de top’, overdreven, sentimenteel, gewend als we zijn aan ‘commentaren’, ‘verwijzingen’, aan ironie, aan de Woody Allens in de kunst: waarheden over leven en dood verpakt in spitsvondige grappen. Ikzelf weet bijvoorbeeld niet zo goed raad met de films van Lars von Trier, waarin ik rechttoe rechtaan meegesleept word door gruwelijke en tegelijkertijd prachtige beelden. In het donker van de filmzaal word ik pats, zo in mijn gezicht, geconfronteerd en overweldigd door mijn diepste angsten.

Met zijn films sluit Von Trier eigenlijk eerder aan bij de periode van de romantiek, toen kunstenaars streefden naar de verbeelding van datgene wat intense emoties teweeg bracht, naar de weergave van de onmetelijke maar ook beangstigende grootsheid van de natuur, door de Engelse filosoof Edmund Burke in 1756 omschreven als: “Het Sublieme, de met ontzag en afschuw vervulde verbeelding in het aanzicht van dat wat duister is, onzeker en verward”.

Dat streven naar de weergave van het sublieme, wat niet per se mooi betekende, integendeel, eerder angstaanjagend en vormloos, was een breuk met de tot dan toe heersende opvatting over kunst, die  het goede en het schone diende weer te geven, als een weergave van Gods schepping, of als afspiegeling van de ideale schoonheid, naar de ideeën van Plato.

Feitelijk bestaat de kwestie van wat kunst ons zou moeten brengen al zo lang als er kunst bestaat, of liever gezegd, zo lang als kunst als kunst wordt beschouwd. Want of de tekeningen in de grotten van Lascaux door de prehistorische mens als kunst werd gezien, dat weten we niet.

Moet kunst ons mooie dingen brengen – d.w.z. overeenkomstig de heersende opvatting over wat ‘mooi’ is? Of moet kunst inzicht bieden in dat waarvoor woorden te kort schieten, het onzegbare, ook al is het duister en onbegrijpelijk? Het blijft een actuele vraag. Hoe vaak hoor je bezoekers van een tentoonstelling niet een werk  beoordelen in termen van ‘mooi’ of ‘lelijk’, of in ‘geen kunst – dat kan een kind ook?’

Daarentegen hoeven de Aboriginals in Australië  niet na te denken over wat kunst is of zou moeten zijn. Bij hen is degene die tekeningen en schilderingen maakt kunstenaar. Een kunstenaar maakt kunst, dus het is kunst als het door een kunstenaar is gemaakt. Ook is mooi of lelijk is niet aan de orde, het is voor hen de betekenis die ertoe doet.

Voor de tentoonstelling Meer Licht in Museum De Fundatie in Zwolle heeft de samensteller, Hans Hartog Jager, werk bij elkaar gebracht van kunstenaars die volgens hem een grootse beleving wilden weergeven, het ‘sublieme’  benaderen. Het is hoog gegrepen. Het merendeel van wat er te zien is biedt niet meer dan een glimp van een indrukwekkende ervaring. Voor een deel ligt het ook aan de omgeving die niet echt meewerkt. De afgepaste witte zalen, andere bezoekers die graag laten horen wat ze ervan vinden, rondrennende kinderen (het is zondagmiddag).

Ondanks alles toch twee kunstwerken die wel een indringende sensatie teweegbrengen, Everything is going to be allright van Guido van der Werve uit 2007: een kleine figuur op een onmetelijke ijsvlakte, vlak achter zich een enorme ijsbreker die zich met veel geraas een weg door het ijs baant, beangstigend en indrukwekkend, en David Claerbout’s Long Goodbye (2007): een vrouw verschijnt in beeld, met trage bewegingen schenkt ze thee, in slow motion draait ze zich om, ze zwaait, ze blijft zwaaien, op het terras worden de schaduwen langer, het wordt het donker, langzaamaan gaat de vrouw in het duister op. Een herinnering, een droombeeld. De beelden van deze twee video’s blijven mij bij. Het besef van mijn eigen nietigheid, de tijd die onherroepelijk verglijdt.

Het is voldoende.

Meer Licht is nog tot 8 januari.

 

www.museumdefundatie.nl

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

Aboriginal kunst in Utrecht

Bij het woord aboriginal denk je ongetwijfeld aan Australië. Terecht, maar niet helemaal waar. Eigenlijk slaat de term aboriginal op alle oorspronkelijke bewoners van gebieden die ooit werden ingepikt door de Europeanen. Maar dit terzijde. In Australië bestaat de aboriginal bevolking uit zeker driehonderd verschillende volkeren ieder met hun eigen taal. Vanaf de komst van de Engelsen eind achttiende eeuw werden ze stelselmatig van hun eigen gebieden verdreven en heel ergens anders ‘geherhuisvest’ – uiteraard op plaatsen waar niets te halen was. Het is een geschiedenis van ontheemding en uitbuiting, met als gevolg alcoholisme, depressies. Een treurig verhaal dat nog niet klaar is. Rond 1970 zijn Aboriginals begonnen zich in actiegroepen te verenigen om hun oorspronkelijke gebieden terug te eisen. Dat is voor een deel gelukt; een aantal volkeren keerde terug naar het land van hun voorouders, naar de heilige en ceremoniële plekken die al duizenden jaren van mond tot mond doorverteld en doorgezongen waren. Maar voor hoe lang… de mijnindustrie blijft azen op gebieden met rijke grondstoffen.

De aboriginal volkeren hebben hun eigen rijkdommen: de plekken waarvan zij de verhalen en de liederen over iedere glooiing, rots, waterplaats, begroeiing kennen. Alsof ze daar na hun diaspora zó de draad weer konden oppakken, het is een wonder. Hun oeroude verhalen over het ontstaan van de wereld en hoe het verder is gegaan, de dreamings, hun gezangen over plekken en de weg er naartoe, de songlines, zijn niet bedoeld voor buitenstaanders. Dus voer voor antropologen en iedereen die zich graag met mythes en oer bezighoudt, met in de achterzak The Songlines van reisschrijver Bruce Chatwin (1940-1989). De visuele uitingen van aboriginal cultuur waren oorspronkelijk niet meer dan tijdelijk bedoeld: ceremoniële lichaamsbeschilderingen, rots- boombast en zandtekeningen, totdat van buitenaf werd aangedrongen ze vast te leggen op doek en spaanplaat. Acrylverf – lekker sneldrogend – werd er bij geleverd. De stippels van de paden, de kringen van de waterplaatsen, de gebogen lijnen van het water, de gestileerde vormen van dieren en mensen, de kleur van de aarde, het water, alles kwam er op. De kunstwerken vlogen weg. Galeriehouders stonden in de rij. En nog steeds. Kleurig en decoratief en de verhalen krijg je er bij. Het is meer dan de zichtbare werkelijkheid, dat maakt het extra aantrekkelijk. Dat de kunstenaars en hun gemeenschap er ook aan verdienen is mooi meegenomen.

Ondertussen ging een aantal Aboriginal kunstenaars hun eigen weg, met een geheel eigen stijl. Het Museum voor hedendaagse Aboriginal kunst in Utrecht (AAMU) heeft een daarvan een mooie collectie samengebracht, erg de moeite waard. Tot 8 januari volgend jaar is ook te zien welke keuzes verschillende Nederlandse kunstkenners en kunstenaars uit de collectie maakten, waar ze hun eigen associaties op los lieten. Vooral de associatie van Macha Roesink, directeur van Museum de Paviljoens in Almere, sprak mij aan. 

Bij het schilderij Country and Rockholes around Uluru, met lagen gekleurde stippels als plaatsaanduidingen van voor de aboriginal bewoners belangrijke plekken, gemaakt door de aboriginal kunstenaar Bill Whiskey Tjapaltjarri (ca. 1920-2008), koos Macha Roesink voor een kaart uit de Guide Psycho-géographique de Paris uit 1957 van de Situationistische kunstenaar Guy Debord (1931-1994).

Op de kaart van Debord staan weergaves van wandelingen door Parijs, ingegeven door persoonlijke associaties en emoties. Debord ontwikkelde een theorie van de dérive, de doelloze wandeling, om te ervaren hoe bepaalde buurten, straten of gebouwen weerklank vinden in je gemoedsgesteldheid, je verlangens, je neigingen – om je zo de gebouwde omgeving toe te eigenen, opdat die niet vervreemdt, wordt afgepakt, door toedoen van de kapitalistische samenleving. Dat is al gebeurd bij Uluru, een heilige aboriginal plek, overlopen door het massatoerisme. En ik, iedere dag weer moet ook ik ervaren hoe mijn buurt rond de Oude Kerk in Amsterdam, mijn biotoop, wordt overspoeld door hordes toeristen. Ze brengen de stad veel geld op.

http://www.aamu.nl/

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/17310-de-aboriginals-van-australie-naar-meer-gelijkberechtiging.html

http://www.kunstkanaal.net/kunst/guy+debord.html;

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie