Tagarchief: Oude Kerk Amsterdam

In de kunst is alles mogelijk

Een kerk veranderen in een spookhuis en dat brengen als een spirituele kunstbeleving, ja dat kan. Zoals de Oude Kerk in Amsterdam, waar het interieur sinds een paar maanden schuil gaat achter hoge muren van zandzakken. Verduisterde ramen, flakkerende kaarsen op het pad tussen de zandzakken, geluiden van kletterend water, murmelende stemmen. In het halfduister lichten de goudkleurige ornamenten van het grote orgel op. Heel spannend allemaal, maar wat is de bedoeling? De tekst in het dikke vouwblad verheldert niets. Wat hebben de filosoof John Locke en ideeën over de accumulatie van goederen hiermee van doen? En moet dit de grot van Plato voorstellen? Hoezo?

Een deel van Poems for Earthlings exhibit by Adrian Villar Rojas at Oude Kerk. Foto Jörg Baumann

Zonde van de kerk. Dat kan je in dit verband wel zeggen. Het blijft immers een kerk, en geen kunsthal. Voorlopig kan niemand zomaar de kerk binnengaan. Om wat rond te lopen, te zitten, de hoge ruimte op zich te laten inwerken, te overdenken dat voor wie hier onder de afgesleten grafstenen liggen, het ook eens vandaag was.

Poems for Earthlings, Adrián Villar Rojas (Argentinië, 1980), in de Oude Kerk Amsterdam, tot 26 april 2020

Een tegenwicht tegen dit spektakel biedt de tentoonstelling Children’s Games van Francis Alÿs in het Eye. Op grote videoschermen doen kinderen vol overgave spelletjes die iedereen over de hele wereld herkent: bikkelen, hoepelen, stoelendans, vliegeren, hinkelen, verstoppertje, waarbij ze gebruik maken van wat toevallig voorhanden is. Steentjes om te bikkelen, een oud wiel om te hoepelen, stokken om zo ver mogelijk weg te gooien. Alÿs filmde kinderen in Mexico, Nepal en in oorlogsgebieden als Afghanistan en Irak. Het is ontroerend, de aanblik van de kinderen die volkomen opgaan in hun spel en het geduld waarmee de kunstenaar ze in beeld heeft gebracht. Deze onopgesmukte beelden tonen het vermogen van kinderen om hun eigen werkelijkheid te scheppen, los van de wereld om hen heen, een wereld die niet altijd even fijn is, en zeker niet voor kinderen.

Children’s Game 14 / Piedra, papel y tijeras. Mexico City 2013.

Francis Alÿs woont en werkt vanuit Mexico City. Daar legt hij het dagelijks leven vast op foto’s, video’s en schilderijen. Een keer wandelde hij zelf door de stad met een magnetische hond waarmee hij blikjes en andere ijzeren troep van de straat verzamelde, en een andere keer duwde hij negen uur lang een groot blok ijs door de straten tot het helemaal was gesmolten. Vanaf 2016 verblijft hij vaak in Irak bij vluchtelingenkampen, waar hij ook het ‘gewone’ leven registreert.

Children’s Games, Francis Alÿs (België, 1959), tot 9 maart 2020, in het Eye Filmmuseum, Amsterdam.

Iets heel anders is er te beleven in het Cobra museum in Amstelveen. Tijdens het kijken naar een serie gouaches getiteld Musik ungeklärter Herkunft uit 1996 van de Duitse kunstenaar Sigmar Polke, luister je naar een speciaal voor deze serie gecomponeerde soundtrack van de popmuzikant Blauzun. Het is een bijzondere ervaring. De gouaches zijn vreemd en raadselachtig, kleurige vegen en kringels tegen een achtergrond van stippels, strepen of vervaagd krantenpapier, daar overheen gestileerde afbeeldingen uit reclamefolders, strips of kinderboeken. De bijbehorende teksten bestaan voornamelijk uit raadgevingen en aanmoedigingen, ogenschijnlijk zonder enig verband met de afbeeldingen. De vage klanken van de muziek en de ijle stem van Blauzun versterken het idee van onwerkelijkheid, van droomscènes die je denkt te begrijpen, maar waarvan de betekenis je iedere keer weer net ontglipt.

Blaudzun door fotograaf Isolde Woudstra, geïnspireerd op het werk Schwarz mit guten Errinerungen van Sigmar Polke

Polke vs Blaudzun, Muziek van onbekende herkomst, Sigmar Polke (1941-2010) en Blaudzun (Johannes Sigmond, 1974), tot 5 april in het Cobra Museum in Amstelveen.

1 reactie

Opgeslagen onder Geen categorie

Christian Boltanski herinnert aan de doden

Boltanski in de Oude Kerk, 2017. foto G.J. van Rooij

Boltanski in de Oude Kerk, 2017. foto G.J. van Rooij

Wat maakt de installaties van Christian Boltanski zo aangrijpend? Het is de manier waarop hij anonieme doden een gezicht geeft, een jas, een naam. Zo houdt hij de herinnering levend aan de doden die wij niet eens kennen, meer nog dan namen op een grafsteen, een gedenkplaat of een monument. In museum De Pont heeft hij twee wanden behangen met foto’s, uitvergrote kiekjes eigenlijk, uit de jaren dertig. Het zijn foto’s van Joodse families, stelletjes, kinderen, daartussen foto’s van Duitse soldaten, officieren, sommigen met hun vrouw, kinderen. Toen nog springlevend en onwetend van wat er komen ging, maar wij weten dat maar al te goed. In 2010 legde hij in de grote zaal van het Grand Palais in Parijs rechthoekige perken aan van gedragen kledingstukken, en een gigantische kledingberg waaruit een grijper willekeurig stapels weghapte en weer terugwierp, kleding die ooit warme, levende lichamen omsloot. Het zijn beelden die je niet gauw vergeet. Het ziet er niet akelig uit, de naast elkaar uitgelegde kledingstukken, de hoge kledingberg, maar ze roepen wel afgrijselijke beelden op, oude krantenfoto’s van rijen uitgeteerde lichamen, stapels lijken, beenderen, onverdraaglijk gruwelijk.

Het geluid dat je hoort bij de video is een opname van het slaan van een hart.

Niet altijd verwijst het werk van Boltanski naar de verschrikkingen van de holocaust, maar wel naar vergankelijkheid, de dood. Jaren geleden begon hij met het verzamelen van oude telefoonboeken uit alle delen van de wereld, om te voorkomen dat het bewijs van het bestaan van tenminste een deel van de mensheid teloor zou gaan. Ik was ontroerd toen ik de naam van mijn vroegere buren op Curaçao terugvond. Die zijn al heel lang dood.

In de Oude Kerk in Amsterdam heeft Boltanski ook een installatie gemaakt over de dood. Van wat ik ken van Boltanski, vind ik dit een van zijn minst geslaagde projecten. Bij binnenkomst stuit je direct op hoge recht opstaande kisten overdekt met zwart landbouwplastic. Het moeten tombes voorstellen. Door de goedkoopte van het materiaal en de slordige afwerking lijkt het alsof ze even snel in elkaar gezet zijn, vreemde duistere gevaartes die het zicht benemen op de imposante ruimte van de kerk. Ook de houten figuren ertussen, met omgeslagen donkere jassen en een lamp als hoofd, waaruit een stem klinkt die in het Nederlands en Engels vragen stelt als ‘zeg eens, was je bang?’ of ‘zeg eens, was je alleen?’ doen nogal knullig aan. De stemmen klinken geforceerd, en waarom moest het perse tweetalig? Misschien ten gerieve van de toeristen, net als in de rest van de stad? Daarentegen is het beeld van de uitgespreide donkere jassen op de graven, met daarboven laaghangende kroonluchters indrukwekkend, net als de lege stoelen in het koor met jassen over de leuningen. Het zijn aangrijpende beelden. Zonder die hele rimram van zwarte kisten en empathisch gefluister had dit net zo goed een prachtige Boltanski tentoonstelling kunnen zijn.

WeerZien – de Pont 25 jaar, Tilburg, tot en met 18 februari

Christian Boltanski – NA, Oude Kerk Amsterdam, tot en met 29 april 2018

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

Naar een andere wereld in de Oude Kerk

Vanuit de herrie van de Wallen, de mensenmassa’s, de helle lichten, naar binnen in de Oude Kerk. Als de zware toegangsdeur achter je dichtvalt sta je in een heel andere wereld. Hier heerst het donker. Schemerige contouren van de pilaren, het silhouet van een enkele bezoeker, door de hoge ramen valt een vaag schijnsel naar binnen, uit de halfopendeur van een zijkapel tekent zich op de oude stenen vloer een scherpe driehoek af van licht. In het midden een tot aan het dakgewelf reikende kolom. Een zware aangehouden orgeltoon vult de ruimte. De sfeer is mysterieus en ook spookachtig, als in een verhaal van Edgar Allan Poe. ( Bewoog daar niet een grafsteen, heel even maar…)

Het is het werk van Germaine Kruip. Met weinig ingrepen en sobere middelen bereikte ze een maximaal effect, door simpelweg in de kerk het grote licht uit te doen en in de zijkapellen het licht aan. En verder, die intrigerende dunne kolom midden in de kerk, wat moet die voorstellen? Je kan er van alles bij bedenken, bijvoorbeeld de ladder uit de droom van Jacob, waar engelen op en afdalen (uit Genesis), het is hier immers een kerk, maar wie weet dacht de kunstenares ook wel aan de eindeloze kolom van Brancusi, een beroemd werk uit de kunstgeschiedenis, dat zou ook kunnen. Het mooie van de hele installatie vind ik dat het je eigen fantasie aan het werk zet, en dat is toch de bedoeling van een kunstwerk?

718px-Interior_of_the_Oude_kerk_in_Amsterdam_(south_nave),_by_Emanuel_de_Witte

Interieur van de Oude Kerk (1661), Emanuel de Witte

Column Untitled (2011-2015), Germaine Kruip, marmer

Column Untitled (2011-2015), Germaine Kruip, marmer. Foto: Oude Kerk

Of dat voor iedereen geldt weet ik niet, maar mij nodigde de beschrijving niet direct uit om te gaan kijken: ‘…. door verlichting achterwege te laten wordt de architectuur volledig blootgesteld aan de cyclus van het natuurlijke licht….de bezoeker wordt aangespoord tot een intense vorm van bewustzijn over de ruimte waarin je je bevindt, de plaats die je hierin inneemt en de tijd die je hier doorbrengt….’ Waarom toch zulke hoogdravende nietszeggende taal? Voor zo’n aansprekend werk in de op zich al prachtige Oude Kerk. Aan de andere kant, het moet daar ook weer niet te druk worden. Het was juist zo spannend om rond te waren in de semi-duisternis van de bijna lege kerk. Gelukkig werkte de dame van de kassa mee. Ze raadde een groepje toeristen af om naar binnen te gaan, want volgens haar zag je toch niets in het donker.

Als je erheen gaat doe het dan vooral bij het invallen van de schemering, qua lichtinval de mooiste tijd.

De Oude Kerk Amsterdam, Geometry of the Scattering, Germaine Kruip, van ma. t/m za. 10-18 u, zo. 13-17.30, tot 27 maart.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie