Tagarchief: Marinus Boezem

De ervaring van de Spiral Jetty

Iedereen die zich heeft verdiept in de geschiedenis van de moderne kunst kent ongetwijfeld de afbeelding van Robert Smithson’s Spiral Jetty uit 1970. Het is een van de iconen uit de moderne kunstgeschiedenis, het eerste grote project van een nieuwe kunstvorm, Land Art: kunst die deel uitmaakt van een landschap, samengesteld uit materiaal afkomstig van datzelfde landschap. De Spiral Jetty bevindt zich in het Great Salt Lake, in de staat Utah, V.S. Andere bekende Land Art projecten zijn onder andere de paden en cirkels van Richard Long in verre buitengebieden en De Groene Kathedraal van Marinus Boezem in de Flevopolder.

Robert Smithson, Spiral Jetty, 1970. © Holt-Smithson Foundation/Licensed by VAGA, New York. Photo: George Steinmetz

Spiral Jetty bij oplevering in 1970. © Holt-Smithson Foundation/Licensed by VAGA, New York. Photo: George Steinmetz.

Spiral Jetty, 1970, Robert Smithson. Foto 2016

Spiral Jetty in september 2016.

Gobi Desert Circle Mongolie, 1996, Richard Long

Gobi Desert Circle Mongolie, 1996, Richard Long.

De Groene Kathedraal (1978-1996), Marinus Boezem. Foto De Paviljoens, Almere.

De Groene Kathedraal (1978-1996), Marinus Boezem. Foto De Paviljoens, Almere.

Van alle Land Art projecten spreekt de Spiral Jetty wel het meest tot de verbeelding. Het is gelegen in een immens zoutmeer tussen oud vulkanisch gebergte, in een onherbergzaam kaal gebied, slechts bereikbaar over onverharde grindwegen. Wie zich aanmeldt voor informatie over de te volgen route krijgt een hele serie waarschuwingen mee, zoals zorg voor voldoende water, controleer de banden van de auto, er is geen mobiel bereik onderweg, je komt geen mens tegen, en tenslotte, als het kunstwerk onder water ligt is er niets te zien. Het maakt de tocht extra spannend. Zeker als je ook het verhaal over de kunstenaar kent, zijn zoektocht naar een van de meest afgelegen plekken die hij kon vinden, ver weg van de witte steriele galeries en kunstscene in de stad; hoe hij ervan overtuigd was dat hij op die plaats juist dát werk moest maken, werk waar niemand om vroeg, en waar gezien de moeilijk bereikbare plek haast niemand heen zou gaan. Hoe hij een paar jaar later is omgekomen, toen zijn vliegtuigje neerstortte bij zijn zoektocht naar een plek voor een volgend kunstwerk. Alles voor de kunst, een bezeten kunstenaar, voorbijgaand aan het nut of het belang van zijn schepping, het prototype van de romantische kunstenaar.

Onderweg naar het kunstwerk is de verwachting hoog gespannen. Naar wat eigenlijk? We hopen op een bijzondere ervaring, iets dat ons laat uitstijgen boven ons gewone doen. Iets wat we niet kunnen benoemen, want anders was het al gekend.

Na een lange rit wordt de grote witte vlakte van het zoutmeer zichtbaar. Er hangt een waas overheen, zachtrose, overgaand in een teer lichtblauw, in de verte de versluierde contouren van donkere bergen. Het is een sprookjesachtig gezicht. Zo onverwacht mooi dat ik onwillekeurig een uitroep slaak. Even verderop, voorbij een uitstekende landpunt ligt de Spiral Jetty, het kunstwerk waar het allemaal om ging. Bij de eerste aanblik reageren we teleurgesteld. Wat is het klein, dit minuscule zwarte teken in de uitgestrektheid van de witte vlakte. Wat bezielde de kunstenaar, om juist hier, in deze grootse, oeroude omgeving, zijn eigen kleine menselijke afdruk achter te willen laten? Wat een moeite allemaal, de tocht hierheen, de machines die ooit nodig waren om tonnen zand en grote brokken basalt te verplaatsen. Toch, hoe langer we blijven, hoe anders we gaan kijken. Gaandeweg verandert het kunstwerk in een sierlijke zwarte penseelstreek op een gigantisch wit vlak, waarboven pastelkleurige tinten tegen een donkere achtergrond, het is één groot schilderij. Het is indrukwekkend. Wij zijn opgenomen in het schilderij, twee nietige figuurtjes op een rotspunt.

NB. Marinus Boezem exposeert van 24 november 2016 t/m 26 maart 2017 in de Oude Kerk, Amsterdam

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

De ervaring van Land Art

Het was in de jaren zestig, alles moest anders, ook in de kunst. Het museum haalde de straat binnen met sculpturen van zand, stenen, takken, kolen, gevonden voorwerpen, levende paarden, en buiten pakten kunstenaars bomen in, telden voetstappen, signeerden stukken braakland, organiseerden happenings, waarbij alles wat zich ter plekke voordeed tot kunst werd verklaard. Alles was mogelijk en niets was te gek, het was één grote uitbarsting van creativiteit. De meeste mensen waren jong, vol energie en zin in verandering. En het ging goed met de economie, er was meer dan genoeg geld voor experimenten. Allemaal factoren die bijdroegen tot verandering en vernieuwing op alle fronten en op alle mogelijke manieren.

Levende Paarden, Jannis Koennellis, Galleria L’Attico in Rome, 1969

Levende Paarden, Jannis Koennellis, Galleria L’Attico in Rome, 1969

In die tijd kwam een aantal kunstenaars in Amerika op het idee om kunst te maken in een van de vele afgelegen en lege gebieden in het westen, weg uit de stad, weg uit de beperkte ruimtes van musea en galeries. Ze wilden grootse kunst maken,  kunst die deel uitmaakte van de omgeving, van materiaal uit de omgeving. Ze noemden het Land Art, kunst in het landschap en van het landschap.
Een van de eerste grote Land Art kunstwerken was de Spiral Jetty van Robert Smithson, een spiraalvormige dam van grote brokken bazalt, in een groot zoutmeer in de staat Utah. Het werd een icoon in de kunstgeschiedenis, een voorbeeld van een nieuwe kunstopvatting: ook de omgeving en de weg ernaar toe behoren tot het kunstwerk. En jijzelf, als je er middenin staat.

Spiral Jetty, Robert Smithson, 1969 -1970, Great Salt Lake Utah

Spiral Jetty, Robert Smithson, 1969 -1970, Great Salt Lake Utah

Als je leest wat Smithson over die plek schreef, kan je je voorstellen waarom hij juist daar iets wilde maken: “Terwijl we reden strekte de vallei zich uit tot een unheimische immensheid, anders dan de andere landschappen die we hadden gezien. De wegen op de kaart werden een web van lijnen, terwijl het Great Salt Lake in de verte bestond uit een ononderbroken zilveren band. Heuvels namen de gedaante aan van smeltende stoffen en gloeiden onder amber licht. Zanderige hellingen veranderden in stroperige massa’s. Langzaam kwamen we dichter bij het meer, dat leek op een rimpelloos lichtpaars laken, gevangen in een matrix van stenen, waar de zon zijn vernietigende licht overheen stortte…”

NRC kunstrecensent Sandra Smallenburg doet in haar boek Expeditie Land Art verslag van haar tochten naar het werk van Smithson en andere Land Art projecten, niet alleen in de VS, maar ook in Engeland, Schotland en Nederland. Na lezing van haar meeslepende beschrijvingen wil je onmiddellijk afreizen om alles met eigen ogen te bekijken en te ervaren. Dan wil je ook rijden over eindeloze highways, dwars door de bergen en uitgestrekte prairies, naar de Sun Tunnels van Nancy Holt: grote betonnen buizen midden in de woestijn in Utah, waar de zon op de kortste en langste dag precies doorheen schijnt, met bovenin gaten voor verschillende sterrenstelsels. Of naar het spectaculaire Lightening Field van Walter De Maria op een afgelegen hoogvlakte in New Mexico, waar vierhonderd roestvrijstalen palen de bliksems opvangen die daar in de statisch geladen atmosfeer regelmatig voorkomen.

Walter de Maria, The Lightning Field, 1977, Western New Mexico

Walter de Maria, The Lightning Field, 1977, Western New Mexico

Toch hoef je niet direct op het vliegtuig te stappen voor Land Art. In de Flevopolder bij Almere ligt nog altijd de Groene Kathedraal van Marinus Boezem, een uitgestrekt populierenbos in de vorm van de plattegrond van Reims, met daarnaast een open plek in dezelfde vorm, een contrakathedraal. Een eind verderop bevindt zich de grote Aardzee van Piet Slegers, die er werkelijk uitziet als een groene golvende zee. Het ontwerp is bedoeld om je te herinneren aan de zee die hier ooit was.

 

De Groene Kathedraal, 1987, Marinus Boezem

De Groene Kathedraal, 1987, Marinus Boezem

Ook voor een werk van Robert Smithson hoef je niet zo ver weg. In de buurt van Emmen maakte hij voor de tentoonstelling Sonsbeek buiten de perken van Wim Beeren in 1971 Broken Circle/Spiral Hill, bestaande uit een landtong en een uitgegraven kanaal. Samen vormen ze een cirkel, die je bekijkt vanaf de top van een heuvel, de Spiral Hill. Zoals blijkt uit de beschrijving van Sandra Smallenburg speelt ook hier de omgeving een rol bij de ervaring van het kunstwerk: “Het landschap is overweldigend, on-Nederlands haast. Witte stranden omzomen een grijsblauw meer. Felgroen gras bedekt de oevers. Daarachter het donkere groen van de bosrand, met hier en daar een reusachtige zwerfkei. Het heeft iets weg van een ondergelopen vulkaankrater. Het enige geluid is het gakken van overvliegende ganzen.”

Bij het boek Expeditie Land Art hoort ook een tentoonstelling in de Kunsthal Kade in Amersfoort. Daar zijn onder andere ontwerpen te zien van Marinus Boezem voor diverse kathedraalprojecten, video’s van Robert Smithson met cowboyhoed en stoere laarzen bij het Great Salt Lake, de zoektocht van de Britse kunstenaar Tacita Dean naar Spiral Jetty, de bekende video van Guido van der Werve achtervolgd door een ijsbreker. Maar een werkelijk idee van de indrukwekkende ervaring die Land Art teweeg kan brengen kreeg ik daar niet, nee, er was alleen het afstandelijk kijken. Het was zelfs zo dat ik mij bij de video’s  begon af te vragen waarom al die moeite met graafmachines, het slepen met enorme buizen, waartoe? Voor het echte werk moet je toch naar buiten, het is niet voor niets Land Art, kunst ver weg van het museum. Maar lees om te beginnen het boek. Dat is prachtig.

Expeditie Land Art, landschapskunst in Amerika, Groot-Brittanië en Nederland, Sandra Smallenburg, uitg. De Bezige Bij

Expeditie Land Art, Kunsthal KAdE, Amersfoort, tot 3 januari 2016

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

Het Pompidou in Metz

Helemaal naar Metz voor één gebouw? Nou ja,  als je toch door Noord Frankrijk rijdt is het op z’n minst de omweg waard. Vaak ziet een gebouw er op foto’s spectaculairder uit dan in werkelijkheid – veel kleiner dan gedacht, of andere gebouwen staan in de weg – maar het nieuwe Pompidou museum stelde in het echt niet teleur, integendeel. Midden op een grote lege vlakte staat het daar, fragiel en luchtig, alsof het toevallig vanuit de ruimte op die plek is neergedaald. Eén windvlaag en de sierlijk golvende overkapping zeilt door de lucht, zo gewichtloos doet het aan. Het dak vouwt zich beschermend over de lichte kijkdoos die er anders op zijn vele pootjes vandoor zou kunnen gaan.     

Van dichtbij zie je pas hoe groot en stevig het hele gebouw eigenlijk is. Het werd ontworpen door de Japanse architect Shigeru Ban. De dakconstructie, een van de grootste en meest ingewikkelde ter wereld, is geïnspireerd op de vorm van een Chinese hoed die de architect in Parijs op straat vond. Een mooi voorbeeld van serendipiteit en van een creatieve geest.

Centre Pompidou, Metz

Centre Pompidou, Metz

Binnen is het ook fijn rondkijken. Wij zagen de tentoonstelling Views from Above, over de kunstenaarsblik op de wereld vanaf grote hoogte. In 1860 beschreef de fotograaf Nadar hoe hij vanuit een hete luchtballon de aarde zag: ‘…als een onbegrensd tapijt, zonder begin of eind’. Deze panoramische blik betekende een breuk met het kijken vanuit een vast punt, een centraal perspectief, wat westerse kunstenaars al vanaf de Renaissance gewend waren te doen. Vanuit een ballon of een vliegtuig wisselt het uitzicht op een landschap voortdurend, het is een aaneenschakeling van niet meer van elkaar te onderscheiden vlakken, banen, reliëfs. Luchtfoto’s gemaakt tijdens de eerste wereldoorlog om bepaalde gebieden in kaart te brengen, hebben er voor een deel toe bijgedragen dat avant-garde kunstenaars abstract werk gingen maken, met alleen lijnen, vormen en kleuren. Vanaf de jaren zeventig waren er kunstenaars die zelf ingrepen in een landschap, zoals Robert Smithson met zijn Spiral Jetty in een zandafgraving bij Emmerschans, Richard Serra met Sea Level bij Zeewolde, Marinus Boezem met De Groene Kathedraal in de buurt van Almere. Hun werk is het mooist te zien vanaf een hoogte, of beter nog vanuit de lucht.  Sommige kunstenaars waren zelf vlieger, onder wie Sam Francis, die zijn blik op de landschappen onder zich omzette in grote abstracte werken en James Turrell, die ons met zijn Skyscapes laat delen in zijn fascinatie voor de hemel en wolkenluchten. Zelf vind ik het altijd weer een vreemde sensatie als je opstijgt van Schiphol en neerkijkt op de blokkendozen van de stad waar je zo even nog door de straten liep, maar waar vanaf zekere hoogte geen levend wezen meer te zien is. Hoe hoger je komt hoe meer de aarde een abstractie wordt. En dan bestaat je werkelijkheid een paar uur lang alleen uit een cocon vol mensen en een raampje met uitzicht op de wolken.

Around the Blues, 1957/62, Sam Francis 1923-1994

Around the Blues, 1957/62, Sam Francis 1923-1994

De Groene Kathedraal (1978-1996) van Marinus Boezem

De Groene Kathedraal (1978-1996) van Marinus Boezem

Views from Above, tot 7 oktober 2013, Centre Pompidou Metz

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie