Tagarchief: Anish Kapoor

Kijken naar Hollandse luchten

Vaak heb je de kunst nodig om de schoonheid te ervaren van het alledaagse. Zoals de lucht, die zie je iedere dag, vanaf het moment dat je ’s morgens naar buiten kijkt totdat je ’s avonds de gordijnen sluit. Maar wanneer kijk je eigenlijk écht naar de lucht, niet alleen om te zien wat voor weer het wordt, maar naar de lucht zelf, zoals die zich op dat moment voordoet? De rafelige wolkenslierten, de wazige grijstinten, de steeds wisselende Hollandse luchten?

Hoe mooi die luchten zijn besef je weer als je voor de ‘Hemelspiegel’ van Anish Kapoor staat, een zes meter hoge glad gepolijste, iets gebogen stalen plaat waarin de lucht wordt weerspiegeld. De plaat staat midden in een vijver. Als je ervoor staat lijkt het of je kijkt naar een sterk uitvergroot gedeelte van de lucht, een reusachtige bewegende foto, maar het is toch de echte lucht die je ziet. Alsof de plaat heel even een stukje van de hemel opvangt en weer laat gaan. De lucht is voortdurend in beweging, wolken glijden langs, de schittering van een straaltje zon. De weerschijn van het water op de plaat  geeft een extra dimensie aan de weerspiegeling van de lucht, heel subtiel, maar genoeg om het effect van onwerkelijkheid te versterken. De Hemelspiegel van Kapoor staat op het voorplein van museum De Pont in Tilburg. Je kan er uren naar kijken, je zou willen dat er bankjes stonden. En dat je de stijve bakstenen rand om de vijver niet hoefde te zien en het nette slingerpaadje daarachter. Die afbreuk doen aan de magie van het immateriële beeld van de hemel.

Anish Kapoor, Sky Mirror (for Hendrik) 2017, Tilburg. © TRBEELD

Anish Kapoor, Sky Mirror (for Hendrik) 2017, Tilburg. © TRBEELD

Meer informatie over Anish Kapoor in Anish Kapoor: een man van tegenstellingen en http://anishkapoor.com/

Bij, of beter gezegd in, het werk van James Turrell kijk je op een heel andere manier naar de Hollandse luchten. In de duinen van Kijkduin bij Den Haag ontwierp hij het ‘Hemels Gewelf’, een kunstmatige krater, waar je achterover liggend op een soort tombe naar de hemel kan kijken. Daar onderga je een vreemde sensatie: alsof je onder een koepel van dun glas ligt, met daarboven de grijsblauwe lucht, een enkel wolkje. Fascinerend, ook bij  grauw en regenachtig weer. De krater is uitgegraven in een duin, als een ovale kom waar de hemel op rust, dat was het idee van Turrell. Ook hier kan je uren kijken, het verveelt nooit. Dan kan je je ook goed voorstellen waarom de altijd wazige Hollandse luchten bij de zee zo geliefd waren bij de schilders van de Haagse School, onder wie Anton Mauve, Weissenbruch, Jacob Maris, Jozef Israëls, Hendrik Mesdag. Om die geschilderde luchten te zien moet je naar een museum, maar in het Hemels Gewelf lig je als het ware ín het schilderij, omkaderd door de rand van de krater.

Hemels Gewelf op omslag Destination Art, editie 2011

Hemels Gewelf op omslag Destination Art, editie 2011

Meer informatie over James Turrell op http://jamesturrell.com/

Maar je kan ook gewoon thuis blijven, en daar net als de dichter J.C. Bloem, op zolder kijken naar  “de wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand door zolderramen, langs de lucht bewegen.”  (Uit: De Dapperstraatvan J.C. Bloem,  Verzamelde gedichten, Anthenaeum-Polak & van Gennep)

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

De slagerswinkel van Anish Kapoor

detail Internal Object (2013-2015) van Anish Kapoor

detail Internal Object (2013-2015) van Anish Kapoor

Oei dat is schrikken! Argeloos loop je door de erezaal van het Rijksmuseum om weer eens fijn te genieten van het warme rood van het Joodse bruidje, en dan bam! Aan de overkant drie enorme angstaanjagende panelen met stukken uiteengereten bloederig vlees, tenminste zo ziet het eruit. Het is werk van Anish Kapoor, deze grote stukken van klodders siliconen, vermengd met rode en witte hars. Wat moeten die hier, pal tegenover het werk van Rembrandt? Moeten ze soms zoals tentoonstellingsmakers graag beweren ‘de dialoog  met andere werken aangaan’? (Heb jij wel eens kunstwerken met elkaar horen praten?) Dan zouden ze eerder passen bij de grote lappen vlees van Soutine, of zelfs bij Rubens met zijn menselijke vleesmassa’s – dat laatste op voorstel van Rudi Fuchs, in zijn mooie artikel Kijken kolken in de Groene Amsterdammer van 28 januari j.l.

Maar toch, daarna keek ik wel weer met andere ogen naar het overbekende Joodse bruidje. Het viel me opeens op hoe dik, hoe materieel Rembrandt zijn verf ook kon aanbrengen, bijvoorbeeld op de mouw van de bruidegom en hoe de sieraden als het ware op het doek liggen. Het ook wel weer mooi dat je door zo’n confrontatie met een vreemd en totaal niet passend werk uit je gewone doen raakt, uit je ‘comfort zone’. Van tevoren denk je precies te weten wat je gaat zien, maar na de schok van het onverwachte kijk je toch weer heel anders. Je wordt even wakker geschud.

 

Amsterdam, 25-11-2015. Internal Object in Three Parts (2013-205) van Anish Kapoor in de Eregallerij van het Rijksmuseum. Foto: Olivier Middendorp

Amsterdam, 25-11-2015. Internal Object in Three Parts (2013-205) van Anish Kapoor in de Eregallerij van het Rijksmuseum. Foto: Olivier Middendorp

Tot 6 maart 2016 in de erezaal van het Rijksmuseum

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

Parijs

Zomaar ergens op een terras aan een boulevard, en maar kijken. Naar de mannen in strak gesneden pakken, in overalls, spijkerbroeken, oude en jonge zwarte, witte, bruine mannen, meisjes op hoge hakken, op gympen, mooie moeders met brave kinderen, vermoeide moeders met zware tassen, gesluierde moeders, zwarte vrouwen met wiegende konten, een zwerver die een sigaret komt vragen. Maar we zijn niet gekomen om de hele dag op een terras door te brengen. Allez, de kunst wacht.

Eerst naar Manet, l’inventeur du moderne, in het musée d’Orsay. Lange rijen; het duurt minstens een uur voordat je bij de kassa staat. Ook met een kaartje in de hand moet je daarna nog een hele tijd wachten. Aan de ene kant is het irritant dat het altijd zo druk is voor veel geprezen tentoonstellingen, maar aan de andere kant is het toch mooi dat zoveel mensen er zoveel voor over hebben: de reis, het wachten, de warme volle zalen. Net als ik.

Le déjeuner sur l’herbe, Edouard Manet.

De tentoonstelling (nog tot 3 juli te zien) is breed opgezet en laat goed zien wat er zo bijzonder was aan het werk van Manet. Vooral door de vergelijking met zijn tijdgenoten; daaraan kan je zien waarin Manet zich van hen onderscheidde: door zijn soepele hand van tekenen, zijn heldere kleurgebruik en niet in de laatste plaats de keuze van zijn onderwerpen. Hij schilderde voorstellingen gebaseerd op beroemde renaissance schilderijen maar in plaats van de lieflijke en ingetogen naakte godinnen van Titiaan en Giorgone zitten en liggen de naakte vrouwen van Manet er zelfverzekerd bij; vanaf het doek kijken ze je ongegeneerd recht in de ogen. De naakten van Manet hebben niets verhevens en je kan je zelfs voorstellen dat een tafereel als dat van het Déjeuneur sur l’herbe (1862-1863)ergens in het Bois de Boulogne had kunnen plaatsvinden. Dat werd door veel tijdgenoten als schokkend ervaren, maar Baudelaire vond dat nu juist een teken van moderniteit; volgens hem was het de taak van de kunstenaar om zijn eigen tijd weer te geven zoals die zich in werkelijkheid voordeed. Gewend als wij zijn aan de meest afgrijselijke afbeeldingen van de wereld van nu, op foto’s, films, video’s, schilderijen (hoewel? Ik vind de schilderijen van Ronald Ophuis (1968) over martelingen, verkrachtingen, een miskraam nog steeds schokkend, schokkender dan foto’s, misschien juist omdat het schilderijen zijn) is dat werk van Manet voor ons nu curieus en ook nostalgisch: kijk, zo zagen de mensen er in die tijd uit. Toch, de basis voor een nieuwe manier van kijken en weergeven, naar de wereld zoals die zich voordoet in het hier en nu, werd toen gelegd, in Parijs, door schilders als Manet en de impressionisten, door schrijvers als Flaubert, Balzac, Zola, de Maupassant.

Tussen haakjes, het Parijs zoals wij dat nu nog steeds kennen, is ook in die tijd, de tweede helft van de negentiende eeuw, aangelegd. Onder Napoleon III heeft de stedebouwkundige Haussmann 60 % van het oude middeleeuwse stad weggevaagd voor een geheel nieuwe stad met brede boulevards en grote gebouwen. In zeventien jaar tijd. Waar de bewoners van de oude stad toen bleven, ik weet het niet. In ieder geval, dankzij die boulevards al die terrassen, het flaneren, het kijken…

Leviathan (exterieur), Anish Kapoor, Monumenta 2011, Parijs

De volgende dag naar iets totaal anders. Anish Kapoor in het Grand Palais. Dat gebouw alleen al is een kunstwerk: de glazen koepels, de gietijzeren structuren. ’s Avonds met alle lichten aan een sprookjespaleis. Daarbinnen heeft Kapoor in de vorm van het gebouw een enorme ballon geplaatst met twee uitstulpingen. Om in de ballon te komen moet je in het halfduister door een draaideur – een beetje eng, je weet niet wat je kunt verwachten – en dan betreed je enorme koepel met twee zijgangen, gehuld in een diffuus rozerood licht. Daar doorheen schemeren de contouren van het paleis. Het gevoel dat je een beetje zweeft. Het is druk, maar iedereen staat of ligt stil om zich heen te kijken. Opgeslokt door Gulliver. Als je uit die gigantische baarmoeder in het paleis komt,  zie je ook hoe mooi de vorm van het gevaarte  die van het paleis volgt.

Leviathan (interieur), Anish Kapoor, Monumenta 2011, Parijs

De Leviathan van Kapoor is nog maar tot 23 juni in het Grand Palais. Maar ander werk van Kapoor is dichterbij. In de Pont in Tilburg kan je altijd naar Descent into Limbo (1992), waar je blik verzinkt in een onpeilbare diepblauwe put; in de ruimte ernaast ga je op in een diepblauwe ruimte waar gaandeweg de flauwe omtrek van een bal zichtbaar wordt. Deze wonderlijke effecten worden bewerkstelligd door permanent rondzwevende pigmentdeeltjes. Ik weet nog hoe onweerstaanbaar ik de eerste keer werd aangetrokken werd door die donkerblauwe diepte in het midden van de ruimte. Fascinerend en griezelig tegelijk.

Kapoor maakt tegenwoordig alleen groot werk. Zijn volgende project wordt Orbit, een soort meccano toren, voor de olympische spelen in Londen volgend jaar. In de bijgevoegde link kan je zien wat Kapoor met Parijs zou doen als hij de kans kreeg.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie