Tagarchief: Biënnale Venetie

Herinneringen in porselein en goud

Het was tijdens de Biënnale in Venetië, dat we in het oude ghetto een voormalige synagoge, de Scuola Canton, binnen gingen. Buiten was het druk, net als in ons hoofd dat vol zat met kunst over de toestand van de wereld. In de oude synagoge heerste een weldadige stilte. Op de overloop van de smalle trap naar de bovenste verdiepingen hingen witte vitrines met fragile bladen van verguld porselein achter blokjes doorschijnend marmer. De gouden tint van de bladen schemerde door het marmer heen. Op een van de bladen was een gedeeltelijk met dun goud overgeschilderd handschrift vaag zichtbaar, als een palimpsest, een tekst over een tekst, laag over laag. Soms breekt een deel van een oude tekst door de lagen heen, als een flard schijnbaar vergeten of diep weggestopte herinnering. Zoals de herinnering aan de deportaties van de Joden uit het ghetto in 1943. Van de vijfhonderd gedeporteerden keerden er na de oorlog acht terug uit de kampen. Dat is helemaal geen prettige gedachte tijdens een wandeling door het pittoreske ghetto, met de karakteristieke smalle huizen die hoger zijn dan in de rest van de stad. In de zestiende en zeventiende eeuw werd noodgedwongen verdieping op verdieping gestapeld voor de steeds groter wordende joodse gemeenschap, die alleen in dit afgeperkte gebied mocht wonen. Met een hek eromheen en een poort die ‘s avonds dicht ging. Ook dat is geen leuke gedachte.

Tehillim (Psalm) 2019, porselein, goud, marmer, Edmund de Waal

Vlakbij de Fenice Opera bevindt zich het Ateneo Veneto uit de zestiende eeuw, waar geleerden bijeen kwamen om te discussiëren over boeken en geschriften in de vele talen die toentertijd in Venetië werden gesproken en geschreven. In de grote zaal van het Ateneo bouwde Edmund de Waal een bibliotheekruimte voor tweeduizend boeken van schrijvers die hun land moesten verlaten, of in hun eigen land niet vrijuit konden schrijven. In die boeken kan je je naam schrijven, als teken dat een boek gezien is, dat het bestaat. Aan de wand vier witte vitrines met kokers van dun porselein in verschillende maten en vormen. Je kan bedenken dat ze de herinnering bevatten aan vervluchtigde woorden en gedachten. Onder de fijne laag porselein waarmee de buitenkant van de bibliotheek is bestreken, schijnen op dunne gouden vellen geschreven namen door van verdwenen en verwoeste bibliotheken, van lang geleden, zoals die van Niniveh en Alexandrië, en van recent vernietigde bibliotheken, waaronder die van Timbuktu, Aleppo en Mosul.

Library of Exile , 2019, porselein, goud, boeken, Edmund de Waal

Van alles wat we in de Biënnale hebben gezien, en dat was nogal wat, bleef het werk van Edmund de Waal mij het meest bij. Hoezo? Was het de sobere en subtiele verbeelding van herinneringen, vervat in kostbaar eeuwenoud materiaal? De verbondenheid van het werk met de geschiedenis van een plek? Vast wel, maar wat mij werkelijk aangreep kan ik niet precies onder woorden brengen. Maar daar heb ik de kunst voor. Voor de verbeelding van dat waarvoor geen woorden bestaan.

Edmund de Waal Psalm, Joods museum in het Ghetto en A Library of Exile, Ateneo, Venetië, tot 29 September

Van Edmund de Waal is in het Rijksmuseum permanent werk te zien: An Idea for the Journey, 2013, boven de trap naar het Aziatisch Paviljoen.

Als keramist werkt Edmund de Waal voornamelijk met porselein. Over de geschiedenis van porselein schreef hij De witte weg, het verslag van een obsessie. In een interview in de NRC van 17.10.2015 legt hij uit wat hem zo fascineert in het ‘witte goud’
https://www.nrc.nl/nieuws/2015/10/17/porselein-bracht-elders-voor-het-eerst-dichtbij-1547890-a671958

De Waal is vooral bekend geworden als schrijver van zijn familiegeschiedenis De haas met de amberkleurige ogen.

2 reacties

Opgeslagen onder Geen categorie

Een saaie biënnale en het sprookje van Damien Hirst

Venetië, één groot schitterend kunstwerk op zich. Daar kan de kunstbiënnale niet tegenop. Dat begint al met de landenpaviljoens in de Giardini, lukraak neergezet, ieder voor zich, wat een rommeltje aan stijlen, uit alle mogelijke periodes,van alles wat. In al zijn soberheid is het Nederlandse paviljoen nog het meest stijlvast en tijdloos, maar dan de inhoud, wat een aanfluiting: een paar schotten, daarachter een houten zitpodium voor het bekijken van een onbegrijpelijke documentaire. In het hoofdpaviljoen krijgen vluchtelingen of asielzoekers (wat maakt het uit) met badges om hun nek, instructies voor het maken van kunstzinnige lampen naar een ontwerp van Olafur Eliasson, verderop is het Amerikaanse paviljoen veranderd in een soort griezeltent met laaghangende donkere doeken, in het Zwitserse paviljoen vertelt een man op video het droevige verhaal van zijn moeder, een voormalige geliefde van Giacometti. Het is allemaal niet erg inspirerend. Heeft iemand wel eens alle paviljoens bezocht, dat is toch onmogelijk? Misschien moesten de paviljoens voortaan maar gewoon leeg blijven. Zoals op een film van kunstenaar Steve McQueen: de lege paviljoens van de Giardini in de winter, kale takken druipend van de regen, in het halfduister een paar rondzwervende honden. Ook de Belgische kunstenaar Pierre Huyghe zou er wel raad mee weten: in een verlaten landschap sluipen een verwilderde hond, een vos rond lege huizen, er komt ook een hertje langsdrentelen.

Dan is er nog de Arsenale, een prachtig stoer gebouw. Daar horen grote kunstwerken thuis, zoals de hangende tent van de Braziliaanse kunstenaar Ernesto Neto, en de enorme kleurige kleden en bollen van Sheila Hicks.

Um Sagrado Lugar (‘Een Heilige Plek’) van Ernesto Neto. © foto’s: Andrea Avezzù

Um Sagrado Lugar (‘Een Heilige Plek’) van Ernesto Neto. © foto’s: Andrea Avezzù

Sheila Hicks, "Escalade Beyond Chromatic Lands", 2016-2017, Mixed media, natural and synthetic fibers, cloth, slate, bamboo, sunbrella, 600 x 1600 x 400 cm. - Photo: Andrea Avezzù

Sheila Hicks, “Escalade Beyond Chromatic Lands”, 2016-2017, Mixed media, natural and synthetic fibers, cloth, slate, bamboo, sunbrella, 600 x 1600 x 400 cm. – Photo: Andrea Avezzù

Maar verder voornamelijk video’s over groepsbijeenkomsten, rituelen en sjamanisme, verwijzingen naar gebruiken bij vreemde volkeren, maskers, heel geschikt voor een antropologisch overzicht. Waar is de kunst gebleven? Die vonden we toch nog in het laatste stukje van het Arsenaal, in een oude scheepswerf aan de overkant, in loods no. 100 de bijdrage van Libanon: muziek in een verduisterde ruimte, een koor, stemmen, een vaag roodachtig schijnsel achterin, de contouren van een geheimzinnig voorwerp. Een verrassing! Dat wil je toch ook graag van de kunst.  Net zoals de tentoonstelling van Damien Hirst, die hij los van de Biënnale heeft opgezet.Damian Hirst, Demon with bowl (exhibition enlargement), photo by prudence cuming associates

Damian Hirst, Demon with bowl (exhibition enlargement), Palazzo Grassi, photo by Prudence Cuming associates

aspect of katie ishtar ¥o-landi, photo by prudence cuming associates

Aspect of katie ishtar ¥o-landi, photo by Prudence Cuming associates

Een fantastisch gefantaseerde tentoonstelling over opgedoken schatten uit een scheepswrak van 2000 jaar geleden, vol kunst en artefacten uit iedere periode en cultuur die de beschaving heeft gekend, uit Mesopotamië, Egypte, Griekse en Romeinse Oudheid, Middeleeuwen, Renaissance, de tegenwoordige tijd. Met ‘echt’ koraal bedekte beelden, zo echt dat je in eerste instantie verontwaardigd reageert: geplunderde koraalriffen!, zo knap, en ook geestig. Heerlijk om zo onbekommerd door de zalen te lopen, je te verbazen over het vakmanschap, de inventiviteit, de gigantische hoeveelheid , zonder te hoeven bedenken wat het zou moeten voorstellen, wat de bedoeling zou moeten zijn.  Een sprookje met verzinsels uit het heden en verleden, dat goed past bij deze traag in het water wegzinkende sprookjesstad, waarover  al zo lang zoveel verhalen worden verteld.

Ik moest denken aan veel kunst van de laatste tijd, over vluchtelingen, uitsluiting, geweld, oorlog, dood, alles wat verkeerd is aan de wereld, kunst die weinig te raden overlaat, even direct als een foto uit de krant; waaraan ik tenslotte alleen maar een machteloos gevoel overhoud, en ook wel bozig: wat moet ik ermee? En dan hier, zonder vervelende bijgedachten, ontspannen kijken naar mooie beelden, de perfecte uitvoering van een idee. Bevrijdend.

Biënnale Venetië tot 26 november 2017 (op maandag gesloten)

Treasures from the Wreck of the UnbelievableDamien Hirst, in het Palazzo Grassi en de Punta della Dogana, tot 3 december 2017 (op dinsdag gesloten)

Zie ook:  Damian Hirst

Damian Hirst presenteert zijn eigen kunstverzameling in Newport Street Gallery

 

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

De Biënnale in Venetië

Niet dat je tijdens de Biënnale perse naar Venetië moet. Ook zonder dat is er meer dan genoeg kunst te zien. De stad op zich is al één groot kunstwerk, een sprookje, nou ja woorden schieten te kort en wie ben ik om nog iets toe te voegen aan wat er in de loop van de tijd aan moois over Venetië is geschreven. Wat mij betreft geeft Italo Calvino in Onzichtbare steden nog het mooist weer wat de stad zoal aan fantasieën en dromen oproept. Maar er wonen ook nog gewone mensen in de stad, moeders en huisvrouwen die met wandelwagens en boodschappenkarretjes de bruggen op- en afsjouwen. Op het plein voor de Madonna dell’Orto zijn jongens aan het voetballen.

Het is de kerk waar de schilder Tintoretto (1518-1595) begraven ligt. Op goed geluk ga ik naar binnen en dan sta ik oog in oog met zijn schilderijen, grote levendige taferelen, zo helder en fris alsof ze een paar jaar geleden werden afgeleverd. Onverwacht en adembenemend. Als ik weer buiten sta ligt het plein er verlaten bij. In het kanaal glinstert het blauwgroene water. Een bootje tuft voorbij.

Zie: http://www.slowtrav.com/blog/annienc/2008/03/madonna_dell_orto.html

Maar goed, wij gingen wel naar de Biënnale. De tweejaarlijkse tentoonstelling in de Giardini en het Arsenale beoogt de actuele stand van zaken op het gebied van de beeldende kunst te tonen. Drie grote werken van Tintoretto in de erezaal van het hoofdpaviljoen. Prachtige werken, daar niet van, en in die grote zaal met de juiste belichting komen ze goed uit, beter dan in een kerk met wisselend licht en donkere hoeken, maar wat doen ze daar? Het gaat op de Biënnale toch om contemporaine kunst? Het moet een eerbetoon zijn aan de meester van het licht. Ik vind het prima, maar verder op de Biënnale, wat een visuele armoe. Veel onuitgewerkte ideeën oftewel conceptuele kunstuitingen, maatschappelijke en politieke statements, documentaire foto’s. In het Nederlandse paviljoen een grote houten stellage met zicht op gefotoshopte fragmenten van kunstwerken in Nederland, een kast met titels van door de samenstellers gelezen boeken, aan de muur recensies over een performance die bij de opening, drie maanden geleden, plaats vond. Kunst voor een clubje ingewijden, ja, dat ga je dan toch denken. Verder was er in de Giardini en het Arsenale ook niet veel te beleven. Bij zo’n groot overzicht met zoveel nieuwe kunstenaars hoop je altijd op een verrassing, iets dat je nog nooit eerder hebt gezien, maar dat was hier niet het geval.

Wel verrassend zijn de exposities verspreid over de hele stad. Daardoor loop je kriskras door straten en stegen waar je anders nooit zou komen en mag je palazzo’s binnen waar je gewoonlijk niet in kan. Zo bezochten we een stier bovenop een Steinway vleugel in de tuin van het Palazo Loredan dell’Ambasciatore (de naam alleen al is muziek) aan het Canal Grande (Calle dei Cerchieri, Dorsoduro),

en een zoet ruikende meisjes snoepkamer in het Palazzo Pisani, (Calle de le Erbe 6103, Cannaregio)

Maar ook een palazzo als een spiegelpaleis met heel veel exposities, waar je wel een dag kan doorbrengen. Achterin de tuin een ontroerende video van het kunstenaarsduo Libia Castro en Ólafur Ólafsson Your Country Doesn’t Exist Anymore: deze zin wordt door twee musici en een zangeres gespeeld en gezongen terwijl ze op een gondel door de stad varen. Hier en daar staan mensen stil om te luisteren; een vrouw vertelt dat ze nog altijd woont in het palazzo waar haar moeder en zij geboren werden. Dat kan dus nog. (Palazzo Zenobio, Fondamenta des Soccorso, 2596).

We hebben genoten van Glasstress, met op het glaseiland Murano gemaakt werk van diverse kunstenaars (Palazzo Cavalli, Campo Santo Stefano 2847), de expositie van de Prada Foundation in een prachtig achttiende eeuws palazzo (Ca’Corner della Regina, Santa Croce 2214) met indrukwekkend werk van Louise Bourgeois en Anish Kapoor en vele anderen.

Ook van Kapoor is Ascension, een naar de koepel opstijgende rookpluim. Het immateriële zichtbaar maken, dat is wat hij wil, zegt Kapoor (Basilica di San Giorgio op het eiland di San Giorgio Maggiore). Niet alleen tijdens de Biënnale, maar het hele jaar door is de collectie moderne kunst van de verzamelaar Pinault te bezoeken in het Palazzo Grassi (Campo San Sanuele 3231) en in het Fondamenta della Dogana, op het puntje van de Dorsoduro. Daar staat ook het beeld van de jongen met de kikker, uitkijkend over de lagune – een van de beeldmerken van onze blog (Fondamenta della Dogana, Dorsoduro 2). Hij wordt dag en nacht bewaakt. Dat merkten we toen we even een hand op zijn gladde achterste legden.

Leidraad door onze tocht door de stad waren de tips van Sandra Smallenburg in de NRC; anders waren we zeker verdwaald in het overstelpende aanbod. Dank je wel Sandra.

Van Jan Fabre is de Pietàs installatie in de Nuova Scuola Grande di Santa Maria della Misericordia, (spreek dit maar eens hardop uit, het is gewoon een klankdicht). Vijf grote marmeren sculpturen, bestaande uit grote marmeren hersenen met een kruisbeeld, een bonsaiboom, schildpadden, kevers, rupsen, die leiden naar het hoofdbeeld de Meelijkwekkende Droom, waar het doodshoofd van Maria neerkijkt op het levenloze lichaam van Jan Fabre. Er hangt een plechtige sfeer in de zaal, niemand praat hardop. Het gouden podium mag alleen met sloffen worden betreden. Het aanreiken van de sloffen is bijna een rituele handeling. We zijn onder de indruk.

Dit is toch een ultieme beleving van kunst: niet alleen het kunstwerk zelf, maar ook de omgeving, de weg er naar toe, het lege plein voor het gebouw, de stilte binnen, de verrassing bij de aanblik van het werk.

De Biënnale is nog tot 27 november. De Prada Foundation en de Pinault collectie het hele jaar.

http:/http://www.labiennale.org/en/art/index.

html/www.angelos.be/NL/196

http://www.scotlandandvenice.com/

http://www.nzatvenice.com/2011-venice-project 


Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie