Tagarchief: Jan Fabre

De Biënnale in Venetië

Niet dat je tijdens de Biënnale perse naar Venetië moet. Ook zonder dat is er meer dan genoeg kunst te zien. De stad op zich is al één groot kunstwerk, een sprookje, nou ja woorden schieten te kort en wie ben ik om nog iets toe te voegen aan wat er in de loop van de tijd aan moois over Venetië is geschreven. Wat mij betreft geeft Italo Calvino in Onzichtbare steden nog het mooist weer wat de stad zoal aan fantasieën en dromen oproept. Maar er wonen ook nog gewone mensen in de stad, moeders en huisvrouwen die met wandelwagens en boodschappenkarretjes de bruggen op- en afsjouwen. Op het plein voor de Madonna dell’Orto zijn jongens aan het voetballen.

Het is de kerk waar de schilder Tintoretto (1518-1595) begraven ligt. Op goed geluk ga ik naar binnen en dan sta ik oog in oog met zijn schilderijen, grote levendige taferelen, zo helder en fris alsof ze een paar jaar geleden werden afgeleverd. Onverwacht en adembenemend. Als ik weer buiten sta ligt het plein er verlaten bij. In het kanaal glinstert het blauwgroene water. Een bootje tuft voorbij.

Zie: http://www.slowtrav.com/blog/annienc/2008/03/madonna_dell_orto.html

Maar goed, wij gingen wel naar de Biënnale. De tweejaarlijkse tentoonstelling in de Giardini en het Arsenale beoogt de actuele stand van zaken op het gebied van de beeldende kunst te tonen. Drie grote werken van Tintoretto in de erezaal van het hoofdpaviljoen. Prachtige werken, daar niet van, en in die grote zaal met de juiste belichting komen ze goed uit, beter dan in een kerk met wisselend licht en donkere hoeken, maar wat doen ze daar? Het gaat op de Biënnale toch om contemporaine kunst? Het moet een eerbetoon zijn aan de meester van het licht. Ik vind het prima, maar verder op de Biënnale, wat een visuele armoe. Veel onuitgewerkte ideeën oftewel conceptuele kunstuitingen, maatschappelijke en politieke statements, documentaire foto’s. In het Nederlandse paviljoen een grote houten stellage met zicht op gefotoshopte fragmenten van kunstwerken in Nederland, een kast met titels van door de samenstellers gelezen boeken, aan de muur recensies over een performance die bij de opening, drie maanden geleden, plaats vond. Kunst voor een clubje ingewijden, ja, dat ga je dan toch denken. Verder was er in de Giardini en het Arsenale ook niet veel te beleven. Bij zo’n groot overzicht met zoveel nieuwe kunstenaars hoop je altijd op een verrassing, iets dat je nog nooit eerder hebt gezien, maar dat was hier niet het geval.

Wel verrassend zijn de exposities verspreid over de hele stad. Daardoor loop je kriskras door straten en stegen waar je anders nooit zou komen en mag je palazzo’s binnen waar je gewoonlijk niet in kan. Zo bezochten we een stier bovenop een Steinway vleugel in de tuin van het Palazo Loredan dell’Ambasciatore (de naam alleen al is muziek) aan het Canal Grande (Calle dei Cerchieri, Dorsoduro),

en een zoet ruikende meisjes snoepkamer in het Palazzo Pisani, (Calle de le Erbe 6103, Cannaregio)

Maar ook een palazzo als een spiegelpaleis met heel veel exposities, waar je wel een dag kan doorbrengen. Achterin de tuin een ontroerende video van het kunstenaarsduo Libia Castro en Ólafur Ólafsson Your Country Doesn’t Exist Anymore: deze zin wordt door twee musici en een zangeres gespeeld en gezongen terwijl ze op een gondel door de stad varen. Hier en daar staan mensen stil om te luisteren; een vrouw vertelt dat ze nog altijd woont in het palazzo waar haar moeder en zij geboren werden. Dat kan dus nog. (Palazzo Zenobio, Fondamenta des Soccorso, 2596).

We hebben genoten van Glasstress, met op het glaseiland Murano gemaakt werk van diverse kunstenaars (Palazzo Cavalli, Campo Santo Stefano 2847), de expositie van de Prada Foundation in een prachtig achttiende eeuws palazzo (Ca’Corner della Regina, Santa Croce 2214) met indrukwekkend werk van Louise Bourgeois en Anish Kapoor en vele anderen.

Ook van Kapoor is Ascension, een naar de koepel opstijgende rookpluim. Het immateriële zichtbaar maken, dat is wat hij wil, zegt Kapoor (Basilica di San Giorgio op het eiland di San Giorgio Maggiore). Niet alleen tijdens de Biënnale, maar het hele jaar door is de collectie moderne kunst van de verzamelaar Pinault te bezoeken in het Palazzo Grassi (Campo San Sanuele 3231) en in het Fondamenta della Dogana, op het puntje van de Dorsoduro. Daar staat ook het beeld van de jongen met de kikker, uitkijkend over de lagune – een van de beeldmerken van onze blog (Fondamenta della Dogana, Dorsoduro 2). Hij wordt dag en nacht bewaakt. Dat merkten we toen we even een hand op zijn gladde achterste legden.

Leidraad door onze tocht door de stad waren de tips van Sandra Smallenburg in de NRC; anders waren we zeker verdwaald in het overstelpende aanbod. Dank je wel Sandra.

Van Jan Fabre is de Pietàs installatie in de Nuova Scuola Grande di Santa Maria della Misericordia, (spreek dit maar eens hardop uit, het is gewoon een klankdicht). Vijf grote marmeren sculpturen, bestaande uit grote marmeren hersenen met een kruisbeeld, een bonsaiboom, schildpadden, kevers, rupsen, die leiden naar het hoofdbeeld de Meelijkwekkende Droom, waar het doodshoofd van Maria neerkijkt op het levenloze lichaam van Jan Fabre. Er hangt een plechtige sfeer in de zaal, niemand praat hardop. Het gouden podium mag alleen met sloffen worden betreden. Het aanreiken van de sloffen is bijna een rituele handeling. We zijn onder de indruk.

Dit is toch een ultieme beleving van kunst: niet alleen het kunstwerk zelf, maar ook de omgeving, de weg er naar toe, het lege plein voor het gebouw, de stilte binnen, de verrassing bij de aanblik van het werk.

De Biënnale is nog tot 27 november. De Prada Foundation en de Pinault collectie het hele jaar.

http:/http://www.labiennale.org/en/art/index.

html/www.angelos.be/NL/196

http://www.scotlandandvenice.com/

http://www.nzatvenice.com/2011-venice-project 


Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie

Zondagmiddag in Amsterdam Zuid

Een wandeling langs kunstwerken, een betere manier om de zondag door te brengen kan ik me haast niet voorstellen. Op naar de Apollolaan. Op de brede grasstrook in het midden staan de meest uiteenlopende sculpturen, gemaakt van alle mogelijke materialen. Wie de afgelopen tijd wel eens in de tram naar de Beethovenstraat zat, heeft vast de grote goudkleurige schildpad met zijn berijder al eens gezien. Het heet Searching for Utopia – waarom, dat weet ik niet, maar je kan er van alles bij verzinnen en daar gaat het toch om nietwaar – en de berijder stelt de maker, Jan Fabre, voor. Een wonderlijke kunstenaar. Theatermaker van urenlange stukken waarin weinig gebeurt, choreograaf van een eigen versie van het Zwanenmeer met een levende uil, hele museumwanden liet hij minutieus bekrassen met Bic-pennen en zalen beplakken met gekleurde keverschilden. Op de Biennale in Venetië worden zijn in marmer vereeuwigde hersenhelften tentoon gesteld. In Antwerpen staat het door hem opgerichte Troubleyn Laboratorium, een experimenteel en onderzoekscentrum voor beginnende kunstenaars en theatermakers.

Maar er is nog meer op de Apollolaan. Niet alleen werk van bekende kunstenaars als Dalí, Dubuffet, Miró, Corneille, Atelier van Lieshout, maar ook van veel onbekenden en dat maakt het verrassend. Op de parkeerplaats van het Hiltonhotel groeien er bomen door versteende Fiatjes, op een groot houten bouwsel, een soort ark met huisjes, klimmen en spelen kinderen, een glanzende vliegenierster in een rups met vleugels. Het bordje zegt dat ze in een penis zit. Zou kunnen.

Mijn favoriet is de grote machine van Tinguely die ieder uur vijf minuten lang mag pompen, kraken, piepen en schuren. Nog een favoriet is het vliegtuig van Joost Conijn tussen de bomen, helemaal aan het eind. Ik zag eens een film van hem, van een tocht die hij door Roemenië maakte met een op hout gestookte auto. Overal in de dorpen kwamen mensen nieuwsgierig op de auto af en hielpen ze met het verzamelen van hout, blij met een verzetje. Met zijn zelf gebouwde vliegtuig vloog hij vijf minuten in de woestijn in Marokko. Dat nu dus tussen de bomen hangt.

Art Zuid is een particulier initiatief en Jan Cremer mocht de beelden uitkiezen. Ik heb grote bewondering voor de initiatiefneemster. Je kunt wel iets moois bedenken, maar dat je het dan ook nog voor elkaar krijgt, dat is knap.

Het is prettig flaneren over de Apollolaan en het Minervaplantsoen. De deftig sobere huizenrijen, de sfeervolle jaren dertig villa’s. Maar dan als een klap in je gezicht de smakeloze betonnen bouw van het Hilton en het Garden Hotel, kraak noch smaak. Aan de overkant twee bunkerachtige kantoorgebouwen, te huur. Het ene gebouw prijst zichzelf aan: ‘dit was het uitzicht van John Lennon en Yoko Ono’. Maar gelukkig voor hen zaten die indertijd met hun rug naar het raam, als ik het me goed herinner van de foto’s, of ze lagen in elkaars armen.

Zie:www.ArtZuid.nl

Goed nieuws! Het Stedelijk begint weer wat te worden. Enkele oude bekenden zijn weer terug: Malevitch, Mondriaan, Willem de Kooning. In een van de kleine zalen een verrassing: Werkman met zijn prachtige subtiel kleurige druksels en in een andere kleine zaal tekeningen van Malevitch uit de collectie van Nicolai Khardziev, in de vitrines foto’s van Malevitch, Tatlin en El Lissitsky.

En terugblik op de tentoonstelling Bewogen Beweging (1961) en Dylaby (1962). Vrolijk, maar ook wel weemoedig stemmend. Toen kunstenaars lekker onserieuze kunst maakten waar mensen een hoop lol aan beleefden.

Alleen al voor de hal bovenaan de trap moet je naar het Stedelijk. Die is nu met het lichtontwerp van Dan Flavin één groot kunstwerk.

Zie: Temporary Stedelijk 2

http://www.stedelijk.nl/nu-in-stedelijk/tentoonstellingen/the_temporary_stedelijk_2

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Geen categorie